Artikel 38 geeft een kerkgenootschap het recht om eigen bijzondere begraafplaats voor eigen rekening en risico te exploiteren als dat ten opzichte van de totale grond voor begraafplaatsen in die gemeente een evenredig  deel betreft. Het kerkgenootschap is dan belast met het beheer, het onderhoud en de administratie van de begraafplaats.

Artikel 39 geeft kerkgenootschappen het recht om op verzoek de beschikking te krijgen over een deel van de gemeentelijke begraafplaats voor rekening en risico van de gemeente. De gemeente heeft in dat geval de taak om in het beheer, het onderhoud en de administratie te voorzien en in overleg te treden met het kerkgenootschap om afspraken te maken over o.a. de inrichting, de afscheiding en het gebruik van het betreffende deel van de begraafplaats. Geadviseerd wordt om deze afspraken periodiek te evalueren.