Voorbeeld
Een partij heeft drie zetels behaald. Kandidaat 1, 2 en 5 zijn met voorkeursstemmen gekozen. Nummer 3 van de lijst is beoogd wethouder namens de partij. De partij wil daarom dat het centraal stembureau de kandidaten 1, 2 en 3 benoemt als raadsleden voor de drie zetels. De gemeente geeft aan dat dit niet mogelijk is. De beoogd wethouder staat weliswaar op een hogere plek op de lijst maar omdat kandidaat 5 de voorkeursdrempel heeft behaald wordt hij benoemd als raadslid. Klopt dit?

Antwoord
De kandidatenlijsten die een partij heeft samengesteld kunnen op basis van de verkiezingsuitslag door de kiezer gewijzigd worden. De kiezer is immers de baas, deze bepaalt wie er zitting mag nemen in de raad. De uiteindelijke rangschikking op basis van de verkiezingsuitslag wordt een aantal dagen na de verkiezingen bekend gemaakt. Dit gebeurt in 2022 op maandag 21 maart tijdens de zitting van het centraal stembureau. Dit maakt de officiƫle uitslag van de verkiezingen bekend. De rangschikking die op 21 maart tijdens de zitting van het centraal stembureau wordt vastgesteld vormt dan de rest van de raadsperiode (4 jaar) de basis bij tussentijdse benoemingen in de raad. Bij een vacature moet immers de eerstvolgende op de rangschikking worden benaderd.

Deze rangschikking komt als volgt tot stand. Allereerst wordt de voorkeursdrempel bepaald. Dat is 25% van de kiesdeler (bij raden met 19 of meer zetels) of 50% van de kiesdeler (bij raden met minder dan 19 zetels). Het centraal stembureau rangschikt vervolgens ten aanzien van iedere lijst waaraan zetels zijn toegekend de daarop voorkomende kandidaten. Bovenaan deze rangschikking staan de kandidaten die de voorkeursdrempel gehaald hebben, in volgorde van het behaalde aantal stemmen door de kandidaten. Daarna volgen de andere kandidaten op basis van de lijstvolgorde.

Voor een gedetailleerde uitleg van de zetelverdeling, zie:

Artikelen P 19 en P 15 van de Kieswet