Er wordt volgens artikel 10.2 cao over de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan opzegging van de arbeidsovereenkomst (disfunctioneren) of vanaf start van het van werk naar werk-traject (bedrijfseconomisch ontslag)   een berekening gemaakt van het salaris, de salaristoelage(n), de TOR en het IKB uit artikel 4.2 lid 1 cao Gemeenten, onder a (vakantietoelage) van en b (eindejaarsuitkering) van de afgelopen 12 maanden en vervolgens gedeeld door 12.

De berekeningsgrondslag van de aanvullende uitkering wordt berekend op basis van het gemiddelde maandbedrag over de periode van 12 maanden.

De aanvullende uitkering is gedurende 12 maanden (fase 1) voor de ambtenaar met een berekeningsgrondslag:

  • tot € 4.375,- :10% van de berekeningsgrondslag
  • vanaf € 4.375,- tot € 5.250,- :20% van de berekeningsgrondslag
  • vanaf € 5.250,-: 30% van de berekeningsgrondslag.

De aanvullende uitkering is gedurende de periode na 12 maanden tot einde werkloosheidsuitkering (fase 2) voor de ambtenaar met een berekeningsgrondslag:

  • vanaf € 4.375,- tot € 5.250,- 10% van  de berekeningsgrondslag
  • vanaf  € 5.250,- tot  € 6.560,- 20% van de berekeningsgrondslag 
  • vanaf € 6.560,- 30% van de berekeningsgrondslag.

Als een ambtenaar gedeeltelijk werkloos of een nieuwe baan vindt wordt, wordt de aanvullende uitkering naar rato van het aantal uren werkloosheid berekend.

Bijvoorbeeld

Als een werkloze werknemer op basis van een functie voor 36 uur per week werkt en totaal  € 5.500,= gemiddeld  salaris en toegekende salaristoelagen over  de afgelopen 12 maanden, ontvangt, krijgt gedurende de eerste fase een aanvullende uitkering van 30% daarvan en gedurende de tweede fase een aanvullende uitkering van 20% van dat bedrag. Bij een deeltijd dienstverband geldt het naar rato.