Of is mandatering van bevoegdheden aan de centrumgemeente geen wezenlijk element om te kunnen spreken van een centrumregeling? Is het noodzakelijk om alle te mandateren bevoegdheden en alle taken die door de centrumgemeente zullen worden uitgevoerd ook concreet in de gemeenschappelijke regeling te benoemen, of kan worden volstaan met aan te geven dat het gaat om 'bedrijfsvoeringstaken' met verwijzing naar een dienstverleningshandvest waarin een en ander wel concreet is benoemd? Moet zo'n dienstverleningshandvest net als de gemeenschappelijke regeling zelf aan de gemeenteraad worden voorgelegd voor instemming?

De centrumgemeenteconstructie heeft mandaat in zich. Dus door een centrumgemeenteconstructie aan te gaan met een andere gemeente worden de taken die genoemd zijn in deze constructie gemandateerd aan de centrumgemeente. Het is daarbij wel van belang volledig te zijn over de taken (bedrijfsvoering is te breed). Een verwijzing naar de dienstverleningsovereenkomst voor een nadere specificering van taken (bijv. ICT wordt nader geconcretiseerd) is wel goed. Let wel op dat bij een algemene mandatering van taken er vanuit wordt gegaan dat de gehele taak gemandateerd wordt. Daar helpt een beschrijving in de dienstverleningsovereenkomst niet mee. Met andere woorden, als er bepaalde onderdelen van een taak uitgezonderd moeten zijn voor mandateren moet je daar op voorhand specifiek in zijn.

Een centrumgemeenteconstructie (met dienstverleningsoverkomst) waarbij slechts taken van het college aan een ander college worden gemandateerd behoeft niet de instemming van de raad, maar het moet wel voorgelegd worden aan de raad die dan slechts toestemming kan onthouden wegens strijdigheid met het algemeen belang.