Uit de rechtszaak over het opt-in-systeem in Amsterdam blijkt dat er sprake moet zijn van een redelijke overgangstermijn. De branche moet kunnen anticiperen op de gewijzigde situatie. Het Hof keek hierbij naar het eerste moment waarop bleek dat binnen (een deel van) de gemeenteraad de wens bestond om een ja/ja-sticker in te voeren en de datum waarop het opt-in-systeem in werking trad. 

Bij het bepalen van de overgangstermijn kunnen, gelet op het arrest van het Hof, de volgende factoren een rol spelen: 

  • de eventuele geldingsduur van een bestaand opt-out-systeem 
  • het feit dat sprake is van een voor de brancheorganisaties kenbaar debat over deze vorm van reclame dat bovendien al langer wordt gevoerd
  • het feit dat de invoering van het opt-in-systeem het verspreiden van ongeadresseerd reclamedrukwerk niet onmogelijk maakt

De reclame-industrie drong aan op een overbruggingsperiode van minimaal 20 maanden tussen het raadsbesluit en de feitelijke introductie van de ja/ja-sticker. In een kort geding op 24 juni 2021 in Den Haag is echter besloten dat de gemeente geen overgangstermijn van 20 maanden hoeft te hanteren bij de introductie van de ja/ja-sticker.