Sinds de herziening van de financiële verhoudingswet in 1997 is er veel veranderd. Gemeenten kregen in het sociaal en fysiek domein meer taken en ook maatschappelijke ontwikkelingen zijn doorgegaan. Steeds meer taken worden door gemeenten gezamenlijk opgepakt. Daarnaast spelen demografische ontwikkelingen een rol: de trek richting de economisch sterkere gebieden en van het platteland naar de steden. In regio’s waar sprake is van groei ontstaat druk op onder meer de woningmarkt, bereikbaarheid en milieu. In krimpregio’s gaat het juist om het in stand houden van voorzieningen. Die opgaven manifesteren zich op verschillende schaalniveaus.

De financiële verhouding moet bij deze ontwikkelingen aansluiten. Dit is voor het Rijk reden om de verdeling tegen het licht te houden.

Ook in het sociaal domein is aanleiding om de verdeling te herzien. Al bij de decentralisaties in 2015 werd verwacht dat dat na een aantal jaar nodig zou zijn. Inmiddels heeft onderzoek aangetoond dat er veel knelpunten zijn in de verdeling van de sociaal domein gelden. Onderzoeken naar de financiële resultaten van gemeenten in 2015 en 2016 versterkten dat beeld. Daarom hebben Rijk en gemeenten afgesproken om de verdeling van het gemeentefonds de komende jaren integraal te herzien. De invoering van de nieuwe verdeelmodellen in het gemeentefonds is voorzien voor 2022.