In de AMvB staan de volgende kwaliteitseisen:

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten, gericht op het stimuleren van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in een groep waaraan voorschoolse educatie wordt aangeboden bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
  • Een groep kinderen waaraan voorschoolse educatie wordt aangeboden bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
  • De beroepskracht voorschoolse educatie bezit een getuigschrift voor het behalen van de SPW3 opleiding of een gelijkwaardige opleiding, waarbij ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie is gevolgd.
  • De houder van een kindercentrum of peuterspeelzaal waar voorschoolse educatie wordt aangeboden stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
    Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
  • Voorschoolse educatie vindt plaats in een kindercentrum of peuterspeelzaal (niet bij gastouders).