Na de verkiezingen is met voorkeursstemmen een raadslid door het centraal stembureau benoemd verklaard. De commissie voor de geloofsbrieven heeft deze goedgekeurd en de benoemde toegelaten. Echter het raadslid heeft de eed/gelofte wegens ziekte nog niet afgelegd. Daarom is het raadslid nog niet begonnen met de feitelijke werkzaamheden.

De tekst van de Kieswet spreekt over een toegelaten raadslid dat zich kan laten vervangen. Om ‘echt’ aan de slag te kunnen als raadslid dient deze de eed of belofte te hebben afgelegd.

De Kiesraad en de VNG zijn van mening dat het niet bezwaarlijk is dat een raadslid dat niet beëdigd is zich laat vervangen op grond van de Kieswet. De tekst van de wet spreekt immers over een toegelaten raadslid. Het begin van het lidmaatschap van de raad wordt in de Kieswet ook uitgewerkt als het moment waarop bekend gemaakt is dat de betrokkene toegelaten is.

Artikel V 11 en X 10 Kieswet