Subsidies zijn een belangrijk beleidsinstrument van gemeenten. Dit dossier gaat over de regels waaraan subsidies moeten voldoen.
Update Model Algemene subsidieverordening
De Model Algemene subsidieverordening (ASV) uit 2013 is geactualiseerd in juni 2019. De aanleidingen hiervoor zijn:
- recente jurisprudentie over de toelaatbaarheid van een weigeringsgrond die gerelateerd is aan het betalen van salarissen die de norm van de Wet normering topinkomens te boven gaan
- de inwerkingtreding op 1 juli 2018 van de Wet terugvordering staatssteun, waardoor een overeenkomstige bepaling in de model-ASV 2013 overbodig is geworden
Vraag en antwoord
-
Bij relatief lage subsidiebedragen zijn de administratieve en bestuurlijke lasten naar verhouding vaak te hoog. De model ASV probeert hier een einde aan te maken. Hoe lager het subsidiebedrag per ontvanger is, des te minder verantwoordingsplicht. Dit uitgangspunt is terug te vinden in de artikelen 13, 14, 15 en 16 van de Model ASV 2013. Zie de toelichting bij deze artikelen van de Model ASV 2013 voor nadere uitleg.
-
In artikel 6 van de Model ASV 2013 is bepaald dat een aanvraag voor een subsidie schriftelijk moet worden gedaan, en dat als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld, de aanvraag dan met gebruikmaking van dat formulier gedaan moet worden. Met ‘schriftelijk’ is meer bedoeld dan ‘op papier geschreven’. Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits het college de mogelijkheid daartoe heeft geopend. Mocht de gemeente nog niet zover zijn met de digitalisering, dan bestaat de mogelijkheid om voorgedrukte aanvraagformulieren naar de bij de gemeente bekende instellingen die gebruik maken van subsidies op te sturen. Deze aanvrager hoeft dan vervolgens alleen nog maar na te gaan of de gegevens op het formulier kloppen. Vervolgens kan het formulier (met eventuele wijzigingen) ondertekend retour worden gezonden.
-
Het college kan in de subsidieregeling een standaardberekening opnemen van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen op grond van artikel 17 van de Model ASV 2013. De aanvrager zal daarmee dan bij zijn aanvraag rekening moeten houden; als hij dat niet doet is zijn aanvraag onvolledig. Hij krijgt dan een termijn waarbinnen hij de aanvraag moet aanvullen. Doet hij dat niet of niet op tijd, dan laat het bestuursorgaan de aanvraag buiten behandeling. Zie hiervoor art 4:5 Awb. Concreet betekent dit bij een aanvraag om subsidieverlening dat de aanvrager geen subsidie krijgt. Gaat het om de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, dan stelt het bestuursorgaan de subsidie ambtshalve vast, op basis van de gegevens die er wel zijn. Dat kan voor de aanvrager ongunstig uitpakken.
Meer informatie over de berekening van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen vindt u in het Rijksbrede subsidiekader (Kader financieel beheer rijkssubsidies, Kamerstukken II 2008/09, 31 865, nr. 5). Daarin is aangesloten bij de drie standaardberekeningsmethoden voor uurtarieven die in het Rijksbrede subsidiekader worden gehanteerd. Deze zijn eerder uiteengezet in de implementatiehandleiding, onderdeel van de ledenbrief bij de eerste publicatie van de Model ASV 2013 (Lbr 13/075; zie de toelichting bij artikel 17). Het gaat om:
a. berekening op basis van integrale kosten;
b. berekening op basis van kosten per kostendrager vermeerderd met een forfaitair
vastgestelde opslag voor indirecte kosten; of
c. een forfaitair vastgesteld uurtarief.
Let op! Om een subsidieregeling onder het Europees steunkader te brengen dient aangesloten te worden bij de tarieven en kostenbegrippen die het betreffende steunkader voorschrijft. Zie daarover verder de website van Europa Decentraal en de bij deze modelverordening behorende ledenbrieven.