Organisatie

Significant Public

Publicatie soort

Rapport

Jaar van uitgifte

2020

Met een Sociaal Medische Indicatie (hierna: SMI) kunnen gemeenten gezinnen (tijdelijk) ontlasten door een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang te bieden. De doelgroep van SMI bestaat uit gezinnen met kinderen tot en met 12 jaar waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, omdat de ouders niet (allebei) werken en die vanwege een sociale of medische situatie ook niet instaat zijn om voor hun kinderen te zorgen. Denk bijvoorbeeld aan ouders met een (chronische) lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, of aan een sociale crisissituatie in een gezin. Het kan ook voorkomen dat er voor kinderen geen gezond opvoedklimaat is. Kinderopvang kan dan van belang zijn voor een goede ontwikkeling van het kind en/of om de ouder(s) te ontlasten.

De kinderen in het gezin moeten een leeftijd tussen de 0 en 12 jaar hebben om in aanmerking te komen voor SMI. Verder zijn gemeenten vrij in hoe zij, passend bij de lokale situatie, invulling geven aan SMI. Zij bepalen zelf hoe en door wie de indicatiestelling plaatsvindt en welke criteria er gelden om in aanmerking te komen voor SMI. Gezien deze beleidsruimte kunnen in de uitvoeringspraktijk onderlinge verschillen ontstaan tussen gemeenten. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangt met enige regelmaat signalen dat SMI niet in alle gevallen toereikend is en dat er (te) sterke verschillen tussen gemeenten bestaan. Uit deze signalen is niet op te maken of het gaat om incidentele situaties of om situaties die breder spelen. Eind 2019 heeft de staatssecretaris van SZW daarom aangekondigd om een onderzoek uit te voeren naar hoe gemeenten SMI hebben ingevuld.

De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt dan ook: Hoe hebben de verschillende gemeenten SMI ingericht en welke effecten heeft dit in de praktijk op de uitvoering?