Gemeenten kunnen om dit te bepalen de volgende stappen doorlopen:

Stap 1: bepaal als gemeente of u van plan bent een eigen bijdrage te vragen voor de voorziening (maatwerk of algemeen). Is het antwoord nee dan heeft u  verder niets met het abonnementstarief te maken. Is het antwoord ja, ga dan naar:

Stap 2: betreft het een maatwerkvoorziening (of pgb), dan valt het onder het abonnementstarief (behalve Beschermd wonen en opvang). Bij vervoer als maatwerkvoorziening kan bij verordening worden bepaald dat de gemeente zelf een eigen bijdrage vaststelt (m.n. bij lage ritprijzen), anders geldt gewoon het 19 euro tarief. Betreft het een algemene voorziening, ga dan naar:

Stap 3: bepaal of er bij de algemene voorziening sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie tussen de Wmo-cliënt en de hulpverlener die de dienst levert. Is er geen sprake van een duurzame hulpverleningsrelatie dan heeft u niets te maken met het abonnementstarief en kunt u naast het abonnementstarief voor het gebruik van deze voorziening een eigen bijdrage vragen die echter niet hoger mag zijn dan de kostprijs van de voorziening en waarvan u de hoogte van de bijdrage moet opnemen in de verordening.

Voorbeelden zijn het collectief vervoer of een was- en strijkservice. Constateert u dat er bij de algemene voorziening sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie, ga dan naar:

Stap 4: breng de algemene voorziening onder het abonnementstarief door middel van opname in artikel 12 van de (model)verordening Wmo.

Het abonnementstarief is dus alleen van toepassing in de Wmo en geldt voor huishoudens zolang zij gebruik maken van Wmo-voorzieningen (afhankelijkheid van gebruik wordt eveneens in de verordening vastgelegd), waarvoor een eigen bijdrage gevraagd wordt. Het gaat zowel om maatwerkvoorzieningen, als de persoonsgebonden budgetten. Ook een deel van de algemene voorzieningen vallen hieronder. Het gaat om die algemene voorzieningen die vallen binnen de definitie van ‘duurzame hulpverleningsrelatie', een AMvB biedt de mogelijkheid aan gemeenten om het het collectief vervoer uit te zonderen van het abonnementstarief, maar de gemeente moet deze uitzondering wel in de verordening opnemen. Doet de gemeente dat niet, dan valt het collectief vervoer automatisch onder het abonnementstarief als de gemeente daarvoor een eigen bijdrage vraagt. De gemeente kan sowieso ervoor kiezen om algemene voorzieningen bij verordening onder het abonnementstarief te brengen.

Beschermd wonen en maatschappelijke opvang vallen buiten het abonnementstarief. Hiervoor blijven de huidige inkomensafhankelijke eigen bijdragesystematieken bestaan.

*vraag toegevoegd 9 augustus 2019