Datum

Organisatie

Ministerie van SZW

Soort

Onderzoek, Wet- en regelgeving

Met deze brief aan de Tweede Kamer informeert staatssecretaris van Ark (SZW) de Kamerleden over het onderzoek naar de vraag of kinderen van ouders vaker naar kwalitatief mindere kinderdagverblijven gaan dan kinderen van ouders uit hogere inkomensgroepen.

Aanleiding van het onderzoek

Eind 2016 zijn er Kamervragen gesteld naar aanleiding van een bericht in de Volkskrant dat kinderopvang in arme buurten gemiddeld slechter op kwaliteit scoort dan kinderopvang in rijke wijken. Omdat het niet zozeer gaat om de buurt waar de kinderopvang staat, maar wie er van gebruik maken, heeft de Inspectie van het Onderwijs onderzocht of er een relatie is tussen het inkomen van ouders en de kwaliteit van een opvanglocatie.

Conclusies

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen uit lagere inkomensgroepen iets vaker op een kinderdagverblijf met tekortkomingen en een handhavingsadvies zitten dan kinderen uit hogere inkomensgroepen. Maar deze verschillen zijn zeer klein. De inspectie concludeert verder dat de uitkomsten erop wijzen dat grote houders en grote locaties de wet- en regelgeving beter naleven dan kleine houders en kleine kinderdagverblijven.

De staatssecretaris is blij met de resultaten van het onderzoek en ziet geen reden voor aanvullende maatregelen. Ze betrekt de bevindingen van de Inspectie voor het Onderwijs over locatie- en houdergrootte wel bij het gesprek met de GGD GHOR Nederland over de herijking van het huidige risicomodel kinderopvang.