Dat is alleen na de verkiezingen tijdelijk toegestaan en wel op grond van artikel 13 juncto artikel 42 van de Gemeentewet. De wethouder blijft in functie en kan tijdelijk ook als raadslid functioneren, totdat in de opvolging is voorzien.

Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Gemeentewet mag een raadslid niet tegelijkertijd het ambt van wethouder bekleden, noch in de gemeente waar hij raadslid is noch in een andere gemeente (MvT, Kamerstukken II 2000/01, 27751, 3, p. 88). Het tweede lid maakt hierop voor bepaalde gevallen tijdelijk een uitzondering. Een wethouder die bij de gemeenteraadsverkiezingen tot raadslid is gekozen kan gedurende de periode die begint op de dag van de stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen tot het tijdstip waarop de wethouders aftreden beide functies tegelijkertijd vervullen. Op grond van artikel 42 van de Gemeentewet treden de wethouders af op het moment dat de raad in nieuwe samenstelling de helft van het aantal wethouders heeft benoemd en deze benoemingen zijn aangenomen. Deze uitzondering geldt niet voor wethouders die in een andere gemeente, dan waarin zij wethouder zijn, tot raadslid zijn gekozen (MvT, Kamerstukken II 2000/01, 27751, 3, p. 88).

Artikel 13, tweede lid, artikel 42 Gemeentewet