Inderdaad kunnen de geloofsbrieven van dit raadslid in de laatste vergadering van de oude raad goedgekeurd worden; de raad kan vervolgens beslissen dat hij wordt toegelaten. Het raadslid kan echter nog geen zitting nemen in de raad. Dat kan pas zodra hij de eed heeft afgelegd in fysieke aanwezigheid van de overige raadsleden en de voorzitter (artikel 14 Gemeentewet).

Op basis van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming is het mogelijk een openbare vergadering digitaal te organiseren. Omdat de  beëdiging moet plaatsvinden in een openbare raadsvergadering kan dit ook in een digitale openbare vergadering.

Als het raadslid op een later tijdstip wel fysiek in staat is om ondanks zijn ziekte naar een vergadering te komen om daar de eed af te leggen, dan kan hij vervolgens op grond van artikel X 10, tweede lid van de Kieswet het verzoek bij de voorzitter indienen om zich te laten vervangen. Hij moet dan uiteraard wel aan de vereisten van artikel X 10, tweede lid voldoen.