Het Interbestuurlijk Programma versterking Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (IBP VTH) heeft diverse ‘producten’ opgeleverd om het VTH-stelsel te versterken. Dit Q&A-overzicht geeft inzicht in de opgeleverde producten en de consequenties ervan voor gemeenten.
Bekijk het overzicht met eindproducten
Afspraken over vervolg van de samenwerking
Het tweejarige IBP VTH is op 30 september 2024 afgelopen. Om de opgeleverde producten en resultaten te implementeren en te borgen, is gewerkt aan samenwerkingsafspraken. Deze zijn op 16 januari 2025 in het Bestuurlijk Omgevingsberaad ondertekend.
Samenwerking tussen alle overheidspartijen is essentieel voor het goed functioneren van het VTH-stelsel. Om de kwaliteit en betrouwbaarheid van vergunningverlening, toezicht en handhaving door heel Nederland te waarborgen. Voor ons milieu, onze inwoners en ondernemers.
Bijdrage VNG aan invulling samenwerkingsafspraken
De VNG trekt de implementatie van de Kwaliteitscriteria 3.0, het modelmandaat en de horizontale verantwoording. Daarnaast werken we aan het professioneel opdrachtgeverschap (inclusief opstellen van een handreiking) en hosten we een verbindingsteam om de verschillende producten – in samenhang – te implementeren. Het gaat om werkzaamheden in 2025 en 2026, met een subsidie van IenW.
Producten per pijler
In het IBP VTH zijn acties ondernomen en producten opgeleverd om de kwaliteit te verbeteren aan de hand van 6 pijlers:
- Robuuste omgevingsdiensten en financiering
- Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging
- Informatievoorziening VTH
- Kennisinfrastructuur
- Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving
- Monitoring kwaliteit milieutoezicht
Per pijler worden hieronder de belangrijkste producten beschreven en wat die betekenen voor gemeenten. In het boekje Van ik naar wij leest u uitgebreider over de resultaten van het IBP VTH.
De VNG heeft er vertrouwen in dat de producten een goede bijdrage leveren aan de versterking van het VTH-stelsel. De VNG wil gemeenten daarbij ondersteunen. Te beginnen met informatiebijeenkomsten op locatie per regio. Deze vindt u binnenkort in onze agenda.
Doel van deze pijler: de effectiviteit en slagvaardigheid van de omgevingsdiensten versterken.
Wat is het doel van robuuste omgevingsdiensten?
Het doel van robuuste omgevingsdiensten is om effectiever en slagvaardiger te zijn bij het aanpakken van complexe milieuproblemen en nieuwe uitdagingen, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en een gezonde leefomgeving. In de huidige situatie zijn nog niet alle omgevingsdiensten robuust genoeg. Daarom zijn in het IBP VTH criteria voor robuustheid vastgesteld.
Wat zijn robuustheidscriteria en waarom zijn deze van belang?
Robuustheidscriteria zijn afspraken die ervoor zorgen dat omgevingsdiensten genoeg capaciteit en kwaliteit hebben om complexe taken goed uit te voeren. Er zijn in totaal 6 criteria, die de ondergrens markeren waaraan een omgevingsdienst moet voldoen. Deze criteria helpen omgevingsdiensten beter om te gaan met zwaardere milieutaken en zorgen voor een uniforme standaard in werkkracht.
Een belangrijk criterium is een minimale werkcapaciteit van 114 fte voor de uitvoering van het regionale programma dat wordt overeengekomen met de opdrachtgever(s), corresponderend met een minimale omzet van € 16,5 miljoen (prijspeil 2023).
De overige criteria zijn:
- werken volgens de kwaliteitscriteria voor VTH
- inzetten op innovatie met daarbij een innovatieagenda en bijpassend budget
- een financiële buffer hebben
- informatiegestuurd werken
- aansluiten bij de identiteit van hun werkgebied
Welke afspraken zijn gemaakt over robuust worden?
De besturen van de omgevingsdiensten zijn bezig met de uitvoering van opgestelde plannen van aanpak om robuust te worden en te blijven. Daarvoor hebben ze tot 1 april 2026 de tijd en het is belangrijk die tijd ook te nemen. Het ministerie van IenW monitort de voortgang en rapporteert periodiek aan de Tweede Kamer.
Hoe worden de omgevingsdiensten gefinancierd?
De financiering komt van de eigenaren: provincies en gemeenten. In het kader van IBP VTH stelt het ministerie van IenW de komende jaren geld beschikbaar voor de verdere versterking, maar er is ook een structurele bijdrage van de eigenaren nodig.
De financiële situatie van gemeenten is echter nijpend, zeker gezien het komende ravijnjaar. Meer middelen voor VTH vanuit gemeenten gaat ten koste van andere belangrijke taken. Tegelijkertijd hebben veel gemeenschappelijke regelingen (waaronder die voor omgevingsdiensten) te maken met taakstellingen.
Wat is de inzet van de VNG om dit probleem op te lossen?
Samen met IPO lobbyen we om het rijk voldoende middelen beschikbaar te laten stellen om de VTH-taakuitvoering op het gewenste niveau te brengen. Een structurele bijdrage van het rijk van € 30 tot 60 miljoen is nodig. Staat in het position paper (pdf, 132 kB) dat we inbrachten in het rondetafelgesprek over voortgang versterking VTH in de Tweede Kamer op 30 januari 2025.
Wat houdt de handreiking ‘advisering’ in voor de nieuwe rol van omgevingsdiensten?
De Omgevingswet vraagt omgevingsdiensten als gezaghebbende adviseurs te functioneren. Daarom is een handreiking (onderdeel van de handreiking regionale beleidscyclus) opgesteld voor een betere borging van de advisering via bestuurlijke afspraken. De handreiking biedt 3 adviesniveaus:
- advisering over de fysieke leefomgeving
- ondersteuning bij Omgevingswet-instrumenten
- advisering over omgevingsplanregels
Deze verdeling in de 3 niveaus biedt een doorgroeimodel voor de adviesrol van de omgevingsdiensten. Gemeenten hebben de vrijheid om te bepalen op welk niveau zij advies van hun omgevingsdienst inroepen. De handreiking helpt gemeenten een keuze te maken en daaraan invulling te geven als onderdeel van de gesprekken over de regionale beleidscyclus.
Wat houdt de nieuwe financieringssystematiek voor omgevingsdiensten in?
Dit is een standaardmethode die zorgt dat de financiering van omgevingsdiensten transparanter is, en beter aansluit bij regionale opgaven en ambities. De nadruk ligt meer op langetermijnimpact dan op losse activiteiten. Deze aanpak maakt de dienstverlening efficiënter en uniformer, en vermindert administratie. Dit systeem van financiering is bedoeld om de uitvoering transparanter en stabieler te maken, zonder de hoogte van de gemeentelijke bijdragen vast te leggen.
Wat is het belang van de financieringssystematiek voor gemeenten?
Door dit systeem zijn omgevingsdiensten beter te vergelijken, wat prikkels geeft voor meer efficiëntie. Door deze systematiek gaat het meer over de inhoud dan over het geld. In het kader van de financieringssystematiek wordt gewerkt aan een uniforme producten- en dienstencatalogus.
Wat zijn de kwaliteitscriteria en hoe worden deze geborgd en toegepast?
De kwaliteitscriteria zijn geactualiseerd om de kwaliteit van uitvoering en handhaving te waarborgen. In de modelverordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht van de VNG en IPO is een dynamische verwijzing opgenomen naar de actuele kwaliteitscriteria.
De criteria gelden voor alle organisaties die VTH-taken uitvoeren. Als gemeenten niet aan de kritieke massa kunnen voldoen, bijvoorbeeld door onvoldoende werkaanbod, dan kunnen ze die via samenwerking of overdracht van taken aan de omgevingsdienst realiseren.
Er wordt gewerkt aan een zelfevaluatietool die naar verwachting medio februari 2025 beschikbaar is. Die helpt gemeenten (en andere organisaties) te bepalen in welke mate ze aan de kwaliteitscriteria voldoen. De resultaten van de toetsing aan de nieuwe set kwaliteitscriteria moeten in 2026 aan gemeenteraden worden gerapporteerd.
Wat betekent vaststelling van de modelverordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht voor gemeenten?
Met de ongewijzigde vaststelling van de modelverordening verklaren gemeenten dat ze ook voor de thuistaken aan de geactualiseerde kwaliteitscriteria voldoen.
Waar kan ik terecht met vragen over de kwaliteitscriteria 3.0?
U kunt contact opnemen via kwaliteitscriteria3.0@vng.nl.
Doel van deze pijler: de afstemming tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving verbeteren en de strafrechtelijke handhaving effectiever maken.
Hoe vermindert milieuschade door bedrijven?
Goede wet- en regelgeving en vergunningen, en handhaving daarop, dragen bij aan beter naleefgedrag. Door betere uitwisseling van informatie, versterkte samenwerking tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke partners, en effectiever gebruik van bestaande handhavingsmiddelen wordt ingezet op het verhogen van de effectiviteit van de milieuhandhaving.
Welke maatregelen worden getroffen voor betere handhaving en vervolging?
Er is een Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO, pdf, 980 kB) ontwikkeld. Om gemeenten behulpzaam te zijn bij het vaststellen van de LHSO is een DROP-versie gemaakt, die aan alle gemeenten is aangeboden. Ook wordt een handreiking ketentoezicht opgesteld. Verder is de Strategische Milieukamer opgericht om milieuhandhavingsprioriteiten te bepalen. Met structurele aandacht voor milieucriminaliteit en een verbeterde samenwerking tussen bestuurs- en strafrechtelijke instanties.
Doel van deze pijler: verbeteren van de informatievoorziening van het VTH stelsel en een robuuste organisatie van het digitale stelsel.
Hoe wordt de informatievoorziening binnen het VTH-stelsel versterkt?
De huidige informatievoorziening in het VTH-stelsel loopt achter en is duur in gebruik. Daarom is een routekaart opgesteld om te werken naar een digitaal VTH-stelsel waarin de overheid als eenheid opereert. Daarvoor moet nog een uitvoeringsprogramma worden opgesteld door IenW. Dit ministerie draagt ook zorg voor de ontwikkelkosten. De VNG participeert namens gemeenten in het ontwikkeltraject.
Doel: de kennis bij alle partijen die een bijdrage leveren aan het VTH-stelsel ontwikkelen en ontsluiten, en nieuwe medewerkers aantrekken door een landelijke arbeidsmarktcampagne.
Wat is de rol van de Kennisinfrastructuur en hoe draagt die bij aan versterking van het VTH-stelsel?
De Kennisinfrastructuur (KIS VTH) is ontwikkeld om VTH-gerelateerde kennis beter toegankelijk en actueel te houden. Deze infrastructuur maakt kennisdeling en synergie mogelijk binnen het stelsel. En zorgt ervoor dat kennis duurzaam beschikbaar blijft. Deze kennis is ook voor gemeenten beschikbaar.
Hoe worden medewerkers opgeleid?
Naast de kennisinfrastructuur wordt gewerkt aan het opleiden van medewerkers. De daarvoor opgerichte ODNL-Academie (vereniging Omgevingsdienst NL) biedt opleidingen voor VTH-professionals, die ook toegankelijk zijn voor medewerkers van gemeenten. Die opleidingen dragen bij aan professionalisering en maken het aantrekkelijker om in de sector te werken. Er wordt ingezet op samenwerking met de VNG Academie.
Doel van deze pijler: de onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving versterken en waar mogelijk ook onafhankelijkheid van vergunningverlening.
Waarom is er een handreiking regionale beleidscyclus gemaakt?
Op dit moment wordt de programmering van de omgevingsdienst nog veelal bepaald op lokaal niveau. De Omgevingswet schrijft 1 uniforme uitvoerings- en handhavingsstrategie per omgevingsdienstregio voor. Daardoor ontstaat op regionaal niveau meer samenwerking tussen de partijen en samenhang in het uitvoeringsprogramma van een omgevingsdienst. Zo wordt ook gemeentegrensoverschrijdende problematiek effectief aangepakt.
De handreiking regionale beleidscyclus geeft gemeenten handvatten om invulling te geven aan het opdrachtgeverschap en het gesprek te voeren met de uitvoerende omgevingsdienst.
Welke rol speelt onafhankelijk toezicht in de uitvoering van VTH-taken?
Om onafhankelijk toezicht en uitvoering te vergroten, is een modelmandaat ontwikkeld. Dat geeft omgevingsdiensten meer ruimte om vanuit hun professionaliteit te handelen. Gemeenten wordt geadviseerd het modelmandaat te gebruiken.
Uiteraard heeft het bestuur van de gemeente de mogelijkheid om van een advies van de omgevingsdienst af te wijken, waarbij het belangrijk is dat er sprake is van transparante besluitvorming. Dat kan bijvoorbeeld door het advies als onderdeel van het besluit in de gemeenteraad te brengen.
Daarnaast is een profiel opgesteld voor directeuren van omgevingsdiensten. Besturen van OD’s wordt geadviseerd van dit profiel gebruik te maken.
Doel van deze pijler: een systeem inrichten van visitatie en toezicht op de werking van het VTH‐stelsel.
Welke informatie levert dat gemeenten op?
Centraal staat de vraag om inzichtelijk te maken of omgevingsdiensten in staat zijn de opgedragen taken naar behoren uit te voeren, gelet op de kwaliteit van de bemensing, de werkwijzen, het feitelijk optreden en de uitkomsten daarvan. In dat kader wordt ook gewerkt aan betere horizontale verantwoording aan gemeenteraden.
Wat is de ‘Staat van VTH’ en hoe helpt deze bij de evaluatie van het stelsel?
De Staat van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving is een rapportagesysteem dat de kwaliteit en effectiviteit van het VTH-stelsel monitort en rapporteert. Zodat gemeenten en provincies beter kunnen sturen op uitvoering. Dit systeem ondersteunt bij het vaststellen of het stelsel voldoende functioneert. En helpt knelpunten vroegtijdig signaleren en adresseren. Het wettelijk verplichte tweejaarlijkse onderzoek van het ministerie naar de omgevingsdiensten wordt onderdeel van de Staat van VTH.
Waarom is toezicht op de omgevingsdiensten belangrijk?
Het inzicht over de uitvoering moet provincies als interbestuurlijk toezichthouder en de bewindspersoon als stelselverantwoordelijke helpen om binnen het VTH-stelsel bij te sturen, als lokaal en regionaal bestuur zijn wettelijke taak veronachtzaamt.