Een van de mogelijkheden om het vervoer efficiënter en daardoor goedkoper te organiseren, is het instellen van centrale opstapplaatsen. Van daar worden de leerlingen met de taxi of bus vervoerd. De leerlingen worden dus niet thuis voor de deur opgehaald, maar zij dienen zich, al dan niet onder begeleiding van de ouders, te begeven naar de door de gemeente aangewezen opstapplaats.

Reistijd naar opstapplaats: De Raad van State deed al op 26 februari 1992 (nr. R03.89.0419/83-107) een uitspraak over opstapplaatsen. Voor de reis te voet van huis naar de opstapplaats werd dertig minuten nog redelijk gevonden.

Veiligheid en begeleiding: Wanneer het college kiest voor het aanwijzen van opstapplaatsen kan men denken aan bestaande halteplaatsen binnen een loopafstand van dertig minuten. Daarbij is beschutting van de halteplaats tegen weer en wind natuurlijk van belang. Het feit alleen dat de opstapplaats aan een drukke verkeersweg ligt en dus niet veilig genoeg zou zijn voor een leerling, is niet voldoende om af te zien van het aanwijzen van opstapplaatsen. Van ouders mag in dergelijke gevallen worden verwacht dat zij hun kinderen begeleiden tot ten minste het moment dat hun kinderen in het voertuig stappen. Zie de uitspraak van de Raad van State van 24 augustus 1992, nr. R03.90.1504/83-105.

Afstand en totale reistijd: Wanneer een verzoek om een tegemoetkoming van de vervoerkosten wordt ingediend, geldt de afstand tussen de woning en de school; het instellen van opstapplaatsen verandert daar niets aan. Voor het berekenen van de totale reistijd telt de tijd die gemoeid is met het bereiken van de opstapplaats mee.