Met betrekking tot het openbaar vervoer is een reistijdcriterium in de modelverordening opgenomen: er bestaat aanspraak op aangepast vervoer bij een reistijd met het openbaar vervoer van meer dan 1,5 uur, die met aangepast vervoer met 50% of meer kan worden teruggebracht.
Er geldt geen algemene maximum reistijd in het aangepast vervoer. Uitgangspunt is een zo kort mogelijke reistijd. De gemeente heeft echter ook rekening te houden met de beschikbare financiële middelen. Zo kan het leerlingenvervoer efficiënter worden uitgevoerd door bijvoorbeeld het combineren van leerlingen.
Soms geldt voor een leerling, door zijn handicap al dan niet in combinatie met zijn leeftijd, een bepaalde maximum reistijd. De gemeente moet dan zorg dragen voor passend vervoer voor deze leerling, ook al brengt dit wellicht extra kosten met zich mee.