In de geest van de wet zijn directe nabestaanden verantwoordelijk voor de lijkbezorging van hun overleden dierbare. Maar als iemand overlijdt en niemand zorgt voor de lijkbezorging, dan moet de burgemeester dat doen volgens art. 21 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging. Het gaat dan niet om de burgemeester van de gemeente waar de persoon is ingeschreven, maar om de burgemeester van de gemeente waar de persoon is aangetroffen. Nog ruimer gesteld: de burgemeester van de gemeente waar de overledene zich bevindt op het moment dat wordt geconstateerd dat niemand iets doet in het kader van de lijkbezorging. Gemeenten kunnen hier onderling afspraken over maken.

De kosten van de lijkbezorging kunnen vervolgens bij voorrang verhaald worden op de nalatenschap en, als er geen nalatenschap is, op degenen die tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest (volgens Burgerlijk Wetboek Boek I art. 392-396). Als er niets te verhalen is blijven de kosten voor de gemeente.

Een aantal gemeenten heeft een begrotingspost hiervoor opgenomen. In de praktijk blijkt dat gemeenten die met dergelijke situaties te maken krijgen vaak meer moeten regelen dan uitsluitend de lijkbezorging. Denk hierbij aan ‘bereddering’ van de inboedel en woning. Formeel wordt, indien er geen erfgenamen zijn, de Staat verkrijger van de onbeheerde nalatenschap (artikel 4:189 BW). 

In geval van een onbeheerde nalatenschap kan als volgt worden gehandeld:

  • Allereerst wordt getracht om via verhaal op de nabestaanden de verhaalsvordering (d.w.z. de kosten van de begrafenis of crematie) te innen. Resteert daarna nog een vordering, dan wordt per geval beoordeeld of het noodzakelijk en doelmatig is om:

     
  • de rechtbank te verzoeken de gemeente te benoemen tot vereffenaar,
  • een notaris te verzoeken om de afwikkeling van de nalatenschap ter hand te nemen,
  • het Rijksvastgoedbedrijf in te schakelen om de afwikkeling ter hand te nemen.

Dit alles met het doel de kosten van de lijkbezorging etc. toch nog te kunnen verhalen.

Als meteen al duidelijk is dat er een onbeheerde boedel is die een hoge waarde vertegenwoordigt, kan het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) worden verzocht om de afwikkeling van de nalatenschap ter hand te nemen. Het RVOB zal zich inspannen om erfgenamen te vinden en tot een wettelijke afwikkeling te komen. De verhaalsvordering van de gemeente zal daarin dan ook worden betrokken, conform de wettelijke rangorde.

Zie voor (veel) meer informatie over dit onderwerp de geactualiseerde ´Beleidsregels Wet op de lijkbezorging´, geschreven onder auspiciën van Stimulansz. Zie www.stimulansz.nl