1. De kennisgeving participatie van het bevoegd gezag bestaat uit:


De overheid doet uiterlijk bij de start van de verkenning voor een projectbesluit of een wijzigingsbesluit omgevingsplan een 'kennisgeving participatie'. Hierin staat hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de verkenning worden betrokken. Het bevoegd gezag gaat in ieder geval in op:

  • wie het betrekt bij de projectprocedure
  • waarover het deze partijen raadpleegt
  • wanneer het deze partijen erbij betrekt
  • wat de rol van het bevoegd gezag en de initiatiefnemer is bij het betrekken van de partijen
  • waar aanvullende informatie beschikbaar is of komt

    De kennisgeving participatie kan tegelijkertijd plaatsvinden met de kennisgeving voornemen projectbesluit of omgevingsplan, maar het mag ook later. Bijvoorbeeld als er meer tijd nodig is om het participatietraject in te richten. De eisen aan de kennisgeving over participatie staan in artikel 5.47 lid 4 van de Omgevingswet en artikel 5.3 van het Omgevingsbesluit.

2. De motivering participatie van het bevoegd gezag bestaat uit:
 

Gemeenten en provincies geven bij de kerninstrumenten van de Omgevingswet aan hoe zij invulling hebben gegeven aan hun participatiebeleid. Dat noemen we de motiveringsplicht. Het bevoegd gezag neemt deze motivering op in het vaststellingsbesluit.

In de motivering geeft het bevoegd gezag aan hoe zij burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding betrokken heeft. En ook wat de gemeenten met de resultaten heeft gedaan. Dit staat in artikel 10.2, lid 2 van het Omgevingsbesluit.

 

3. Gegevens die moeten worden aangeleverd door de initiatiefnemer m.b.t. de participatie bij zijn omgevingsvergunning:
 

In artikel 7.4 van de Omgevingsregeling staat een plicht voor de aanvrager van een omgevingsvergunning om bij de aanvraag aan te geven: of de aanvrager aan participatie heeft gedaan en zo ja: hoe de aanvrager aan participatie heeft gedaan en wat de resultaten zijn.