Het rijk heeft besloten dat asielzoekers per direct meer dan 24 weken per jaar mogen werken. Daarmee kan deels het huidige tekort op de arbeidsmarkt worden opgelost. Ook draagt het bij aan een snellere integratie en zelfredzaamheid van de asielzoeker, die mogelijk minder beroep op bijstand hoeft te doen.

De Raad van State heeft nu een uitspraak gedaan, deze ligt in lijn met de eerdere standpunten van de VNG. 

Obstakels en uitdagingen om asielzoekers aan werk te helpen

Hoewel dit een goede stap is, constateert de VNG dat er ook andere obstakels en uitdagingen voor ons liggen om asielzoekers aan het werk te helpen dan alleen de 24-wekeneis.  

  • Voor asielzoekers is het tijdig verkrijgen van een BSN-nummer lastig, dit is noodzakelijk voor het openen van een bankrekening

  • De VNG ziet dat gemeenten en andere partijen uit de arbeidsmarktregio’s, zoals werkgevers en het UWV, ook andere problemen ervaren, onder meer de samenhang met inburgering, de eigen bijdrage bij het COA, het aanvragen van een VOG en diploma-erkenningen. De VNG gaat hier graag met het rijk over in gesprek

  • Ook hebben asielzoekers begeleiding nodig om aan passend werk te komen en om het werk succesvol uit te voeren. Ze hebben allemaal een andere achtergrond, spreken de taal vaak nog niet zo goed en moeten nog leren hoe het hier ‘werkt met werk’. 

Wat betekent de uitspraak voor gemeenten?

Voor asielzoekers is er geen juridische belemmering meer om meer dan 24 weken te gaan werken, maar  gemeenten hebben geen wettelijke taak ten aanzien van de begeleiding van asielzoekers. Een gemeente dient dus zelf een inschatting te maken welke rol zij wil hierin vervullen. Samenwerking en afspraken met diverse partners zoals het UWV, COA, maatschappelijke organisaties en uitzendbureaus kunnen daarin behulpzaam zijn. Op onderdelen is ook al de nodige ervaring opgedaan, bijvoorbeeld bij de werkende Oekraïense ontheemden of de inzet van de Meedoenbalies vanuit het COA. 

Lees hier de Uitspraak van de Raad van State.