Onder de aanpalende gemeentelijke zorg vallen de taken onder de Wet Publieke Gezondheid (paragraaf 2) en de in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) genoemde 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden' (prestatieveld 2).
Een wijziging van de Wet op de Jeugdzorg in verband met de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen, ligt op dit moment nog steeds bij de Tweede Kamer.  Door middel van afspraken in het kader van de brede doeluitkering CJG zijn gemeenten echter wel gehouden tot het inrichten van een CJG.

Aansluiting en afstemming van zorg en ondersteuning
Als de problematiek van een leerling meer omvat dan onderwijsgerelateerde problematiek, dient er een expliciete verbinding te zijn tussen ondersteuning op school en het aanbod van het  CJG. Dit ter voorkoming van dubbelingen, maar ook om de functies van het CJG zo nodig preventief in te zetten ten behoeve van het onderwijs. Het schoolmaatschappelijk werk is een effectieve vorm van het leveren van licht pedagogische hulpverlening (één van de vijf functies voor preventief jeugdbeleid in de WMO). Echter, ook het onderwijs ontvangt middelen voor schoolmaatschappelijk werk. In de nieuwe Wet Passend Onderwijs is geen partij aangewezen die verantwoordelijk is voor het schoolmaatschappelijk werk. Het is raadzaam met de samenwerkingsverbanden af te spreken hoe de kosten hiervoor verdeeld kunnen worden. Het is raadzaam bij de formulering van de ondersteuning geen afgebakende functiegroepen te onderscheiden. Het gaat erom dat er deskundige generalisten dicht bij de praktijk van het onderwijs inzetbaar zijn.
Gemeenten kunnen overwegen voor korter dan 4 jaar afspraken te maken met het samenwerkingsverband over het ondersteuningsplan. Pas als het stelstel voor de jeugdzorg helder is, kan dan bekeken worden wat verder ten aanzien van de ondersteuningsplannen verder afgesproken wordt. Tot die tijd zal het samenwerkingsverband zich voor afspraken over deze jeugdzorgtaken nog tot de provincie, respectievelijk de zorgverzekeringen en AWBZ uitvoerders moeten wenden.