De politie en het OM hebben de minister van JenV laten weten dat zij - nadat de wettekst door de Tweede Kamer definitief is vastgesteld - gezamenlijk 9 maanden nodig hebben om de implementatie van de nieuwe wetgeving te kunnen realiseren. De minister liet weten dat het wetsvoorstel seksuele misdrijven zo snel mogelijk na deze periode maanden in werking zal treden. Een exacte datum is nog niet bekend.

Focus op handhaafbaarheid en rol boa

Om het voorgestelde artikel 429 ter naar de uitvoeringspraktijk te vertalen is in opdracht van het ministerie van JenV en onder leiding van het Centrum Criminaliteit en Veiligheid (CCV) een werkgroep in 2022 opgericht. Vaste deelnemers zijn het OM, verschillende gemeenten, waaronder de G4, Nationale Politie en het ministerie van JenV. De focus ligt op het bevorderen van de handhaafbaarheid van het voorgestelde artikel in het openbaar en het uitwerken van de mogelijke rol van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) bij de handhaving hierop. Dit in aanvulling op de handhaving door de politie. De werkgroep heeft het afgelopen jaar aandachtspunten in kaart gebracht en mogelijke scenario’s voor het vervolg geschetst. 

Pilots met koplopergemeenten

Mede op basis hiervan heeft de minister van JenV besloten in de vorm van pilots met koplopergemeenten handhaving door boa’s mogelijk te maken. Met de pilots wil de minister faciliteren dat er ervaring wordt opgedaan met handhaving van seksuele intimidatie door boa’s bij gemeenten. Hiermee zouden gemeenten, die nu al vaak een belangrijk inzet plegen op het gebied van preventie van, voorlichting en bewustwording over seksuele intimidatie ook een bijdrage kunnen leveren aan de handhaving van de voorgestelde strafbaarstelling. 

Voorbereidingen op de pilots

De werkgroep seksuele intimidatie treft op dit moment voorbereidingen om de pilots op te kunnen zetten. De ambitie is de pilots te starten zodra de nieuwe wet in werking treedt. Deze pilots zullen na een nog te bepalen periode (naar verwachting 1-2 jaar) worden geëvalueerd om aan de hand hiervan de handhaving van seksuele intimidatie verder vorm te kunnen geven. De koplopergemeenten die samen met het openbaar ministerie vanuit de werkgroep seksuele intimidatie in het openbaar deelnemen aan de pilot zijn Rotterdam, Utrecht en Arnhem.

Zoals aangegeven is de opzet en aanpak van de pilots nog in ontwikkeling. Als de opzet meer is uitgekristalliseerd, kan worden gekeken of deelname van andere gemeenten, eventueel op een later moment, mogelijk is. Via de VNG en het CCV zullen gemeenten op de hoogte van de voortgang worden gehouden.

Meer informatie

Mochten u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met projectleider Dity Mudde, e-mail: dity.mudde@hetccv.nl of telefoonnummer: 06 - 300 345 32.

Artikel voor VNG-nieuwsbrief Zorg + Veiligheid, september 2023