Bij steeds meer gemeenten is het gebruik van essentiële data cruciaal om problemen in beeld te krijgen en zaken op te lossen. Bijvoorbeeld om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren, fraude aan te pakken en mogelijke criminaliteit in de kiem te smoren. 

De gemeente Tilburg was een aantal jaren geleden de eerste gemeente in Nederland die via het verzamelen van data - en daarnaar te handelen - kon bewijzen dat er woon- en uitkeringsfraude werd gepleegd. En dat op een manier die binnen de privacywetgeving valt.

Aanleiding om in Tilburg meer in te zetten op het verzamelen en gebruiken van data was een constatering van de toenmalige burgemeester Peter Noordanus dat je voor 40 euro op Marktplaats een adres kon kopen. Met dat adres kon je je bij de BRP (Basisregistratie Personen) inschrijven en kon je bijvoorbeeld een telefoonabonnement afsluiten, maar ook een beroep doen op allerlei maatschappelijke voorzieningen. De burgemeester stelde ‘niet in mijn achtertuin’ en in Tilburg ging men vervolgens een traject in om geautomatiseerd verhuisaangiftes en bijbehorende data te verzamelen.