De tekst van het artikel luidt:

‘Burgemeester en wethouders kunnen maatregelen voorschrijven, welke nodig zijn teneinde de grond geschikt te maken om als begraafplaats te dienen’.

De gemeente zal moeten nagaan of de grond geschikt is als begraafplaats. Bij klei en veengrond zal mogelijk extra zand moeten worden aangebracht. Soms moet vanwege de grondwaterstand de grond worden opgehoogd of een drainage worden aangebracht. Als het overige zoals het aanleggen van paden, beplanting, gebouwen, voorzieningen, valt onder de inrichting van de begraafplaats en is de verantwoordelijkheid van het kerkgenootschap of de organisatie die de begraafplaats gaat exploiteren.