In 1999 werd de Woonwagenwet van rijkswege afgeschaft. Gemeenten werden via de Huisvestings- en Woningwet verantwoordelijk voor de huisvesting van woonwagenbewoners en het aantal woonwagenstandplaatsen werd afgebouwd. Onder meer Europese rechtspraak en het College voor de Rechten van de Mens hebben dit beleid afgewezen, omdat het niet in overeenstemming is met het mensenrechtelijk kader uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het ministerie van BZK heeft daarop het Beleidskader Gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid opgesteld. 

Het Beleidskader vormt een basis voor gemeenten om het lokale woonbeleid vast te stellen, waarbij zij rekening moeten houden met de wensen van woonwagenbewoners en moeten voorzien in voldoende standplaatsen. De Wegwijzer gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid is een verdere invulling van het lokale woonbeleid op dat Beleidskader.  De VNG model huisvestingsverordening is aangepast met een extra hoofdstuk 2a Standplaatsen en woonwagens. Aan de hand van deze verordening kan de wijze van vergunningverlening en de inrichting van de standplaatsen voor woonwagens worden geregeld. 

Diverse gemeenten hebben inmiddels (eerste) stappen gezet om hun lokale woonwagen- en standplaatsenbeleid aan te passen. De Wegwijzer is vooral voor gemeenten die nog aan het begin staan van hun woonwagen- en standplaatsenbeleid een bruikbaar handvat. Daarnaast biedt de Wegwijzer keuzes voor dilemma’s uit de gemeentelijke uitvoeringspraktijk.

Meer informatie