Gemeenten krijgen de regie voor de inburgering van nieuwkomers. Op 1 januari 2022 gaat de nieuwe Wet inburgering in. Het doel van de wet is om mensen die moeten inburgeren zo snel mogelijk te laten meedoen in de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk. Bij het uitvoeren van het nieuwe takenpakket is er voor gemeenten ruimte voor lokale invulling. Ook de gemeente Haarlemmermeer heeft een eigen aanpak voor de uitvoering van de nieuwe wet opgesteld. Die is op 27 mei 2021 aan de gemeenteraad voorgelegd. InforMeer sprak met verantwoordelijk wethouder Johan Rip over de Haarlemmermeerse aanpak.

Waarom is het nodig dat er een nieuwe wet komt?

Wethouder Johan Rip: “Het huidige inburgeringsbeleid, blijkt onvoldoende succesvol te zijn. Het belangrijkste doel, om nieuwe inwoners goed te laten inburgeren, werd helaas vaak niet behaald. Dat komt vooral doordat statushouders hun eigen inburgering zelf moeten regelen en bekostigen. Nogal lastig in een land waar je de weg en de taal nog niet kent. Het ging bij aanvang vaak al mis doordat statushouders hoge schulden opliepen omdat ze werden overgeleverd aan frauderende taalbureaus of verdwaalden in bureaucratische systemen met ingewikkelde administratieve rompslomp. En als je dan het inburgeringsexamen niet binnen de vastgestelde periode haalde volgde een fikse boete. Kortom, dat systeem was onhoudbaar en gemeenten hadden onvoldoende invloed op het proces. Daarom hebben de gemeenten aangegeven dat ze binding willen houden met en zicht willen houden op mensen die in hun gemeente moeten inburgeren. Dat is namelijk de enige manier om de integratie en participatie van nieuwe inwoners in je gemeente actief te bevorderen.”

Wat verandert er onder de nieuwe wet en wat worden precies de nieuwe taken die de gemeente krijgt?

Johan Rip: “De regie komt bij de gemeenten te liggen. Zij houden dus toezicht op de inburgering. Daarmee wordt het systeem waarin mensen hun eigen inburgering moesten regelen afgeschaft. Het voornaamste doel van de nieuwe wet is dat mensen met een inburgeringsplicht een goede start krijgen en daardoor zo snel mogelijk meedoen in de Nederlandse maatschappij. Streven is om nieuwe inwoners aan werk te helpen zodat ze economisch onafhankelijk zijn. Gemeenten worden onder andere verantwoordelijk voor:

  • het bieden van inburgering op maat. Dat doen we aan de hand van een brede intake en het opstellen van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP);
  • het bieden van traject en begeleiding om inburgeringsplichtigen met een uitkering financiële zorg uit handen te nemen;
  • het aanbieden van verschillende leerroutes die binnen drie jaar moeten leiden naar een volwaardige inburgering.”

De gemeente moet al bezuinigen? Waar moet het geld voor de uitvoering van deze nieuwe wet vandaan komen?

Johan Rip: “Gemeenten worden door het Rijk vergoed voor de uitvoering van de wet. De inburgering van statushouders wordt door de overheid betaald. Gezinsmigranten, mensen/kinderen die bij hun partner/ouders in Nederland komen wonen, en overige migranten moeten zelf voor hun inburgering betalen.

Er is hebt dus nu namens het college een raadsvoorstel uitgestuurd waarin de manier waarop Haarlemmermeer de wet gaat uitvoeren staat beschreven. Wat is kenmerkend voor die Haarlemmermeerse aanpak?
Johan Rip: “We hebben inderdaad een eigen aanpak ontwikkeld om aan alle taken te voldoen. In onze aanpak zeggen we onder andere dat Haarlemmermeer bij de verplichte brede intake de nadruk zal leggen op persoonlijke aandacht, gedeelde verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Elkaar alvast goed leren kennen en vertrouwen geven. Een goede basis helpt om de juiste vervolgstappen te maken. Ook willen we onze nieuwe inwoners al in een vroeg stadium ontmoeten en zullen we, waar mogelijk, al in het asielzoekerscentrum (AZC) de eerste contacten leggen zodra wij weten wie aan onze gemeente wordt gekoppeld. Om alles zo goed mogelijk te laten verlopen willen we casemanagers inburgering aanstellen. We gaan bij iedereen een PIP opstellen, een Persoonlijk inburgerings- en participatieplan. In Haarlemmermeer doen we dat samen met de inburgeringsplichtige. Zo stimuleren we betrokkenheid en inzet. En dat kan weer leiden tot een meer succesvolle inburgering.”

Er wordt dus voor de hele inburgering van deze nieuwe inwoners gezorgd. Maar hoe zit dat met hun levensonderhoud?

Johan Rip: “Statushouders zullen meestal eerst een bijstandsuitkering ontvangen. Gemeenten zijn onder de nieuwe wet verplicht om alle statushouders met een inburgeringsplicht die een bijstandsuitkering ontvangen financieel te ‘ontzorgen’ in de eerste zes maanden. Dat betekent dat de gemeente als hun budgetbeheerder optreedt. De bijstandsuitkering van de inburgeringsplichtige wordt dan gebruikt om de vaste lasten te voldoen. Het resterende bedrag is bestemd voor kosten van levensonderhoud.

Zo kunnen mensen zich volledig richten op hun inburgering en participatie in onze samenleving. In Haarlemmermeer gaan we maatwerk toepassen bij die financiële ontzorging. We kijken al vroeg hoeveel kennis van de financiële infrastructuur in Nederland iemand heeft en of iemand zichzelf financieel kan redden. Daar passen we de aanpak op aan. Na zes maanden kijken we of het voor de betreffende persoon verstandig is om door te gaan met budget coaching of dat we iemand op andere manieren kunnen ontzorgen.”

Om goed ingeburgerd te zijn moet je de taal spreken. Hoe gaat Haarlemmermeer ervoor zorgen dat mensen een goed niveau Nederlands bereiken?  
Johan Rip: “In ieder PIP leggen we vast welk van de drie leerroutes, die door de gemeente worden aangeboden, de nieuwe inwoner gaat volgen. Zo zet de gemeente zich in om inburgeringsplichtigen het hoogst haalbare taalniveau te helpen halen en zal, naast deze B1-taalroute, voor jongere inburgeraars tot 28 jaar een onderwijsroute geboden worden die voorbereidt op instroom in het regulier vervolgonderwijs. Aan inburgeraars voor wie de andere twee leerroutes niet haalbaar is wordt de Z-route geboden. Die is gericht op het zelfstandig kunnen meedraaien in de maatschappij.”

Tot slot  

“De manier waarop inburgering in Nederland tot nu toe werd aangepakt heeft niet tot optimale resultaten geleid. Nieuwkomers hebben baat bij een inburgeringstraject zo dicht mogelijk bij huis. Het is voor hen dan ook belangrijk dat deze wet van start gaat. Helaas is die start inmiddels twee keer uitgesteld. Dit is spijtig voor de doelgroep maar geeft ons wel extra tijd om de uitwerking van onze aanpak goed voor te bereiden.  In onze voorbereidingen werken we nauw samen met Stichting Vluchtelingenwerk. Stichting Vluchtelingenwerk en de participatieraad Haarlemmermeer hebben advies gegeven op onze voorgestelde aanpak. Dit advies is meegenomen in het voorstel dat nu bij de raad ligt. Dit voorstel helpt ons om in januari 2022 goed voorbereid aan deze nieuwe taak te beginnen en te zorgen dat deze nieuwe inwoners straks volledig mee kunnen doen in de samenleving.”