Vanaf maandag 19 april gaan ook de buitenschoolse opvanglocaties weer volledig open. Dat heeft het kabinet gisterenavond bekend gemaakt. De kinderdagopvang, de gastouderopvang, de basisscholen en het speciaal (basis)onderwijs zijn sinds 8 februari weer volledig open.

Net als bij de kinderdagopvang, de gastouderopvang en het basisonderwijs worden aanvullende maatregelen genomen om mogelijke verspreiding tegen te gaan.

Daarnaast worden houders van BSO locaties dringend geadviseerd om een locatie-specifiek plan op te stellen om het mixen van verschillende groepen kinderen te beperken.

Aanvullende maatregelen

Om naast de dagopvang en de basisscholen ook de buitenschoolse opvang veilig open te laten gaan, zijn al aanvullende maatregelen genomen. Zo krijgen pedagogisch medewerkers voorrang bij het testen op Covid-19 en is de handreiking neusverkouden kinderen van het RIVM gewijzigd (het snotneuzenbeleid, waarbij kinderen van 4-12 jaar met neusverkoudheidsklachten niet naar school of opvang mogen). 

Kinderen spelen een beperkte rol in de verspreiding van het virus. Toch is de situatie in Nederland nog steeds zorgelijk. Daarom heeft het RIVM na advies van het OMT een  Generiek Kader ontwikkeld met voorstellen hoe kinderopvangorganisaties en scholen de verspreidingsrisico’s nog verder kunnen inperken.  

Op basis van dit Generiek Kader is door de brancheorganisaties kinderopvang, in samenwerking met SZW, het protocol Kinderopvang aangepast. Net als in eerdere versies van het protocol, sinds de heropening van de kinderopvang in het voorjaar van 2020, zijn de richtlijnen van het RIVM naar de specifieke situatie van kinderopvang vertaald. 

In de kinderdagopvang, de gastouderopvang, het basisonderwijs en de noodopvang op de buitenschoolse opvang wordt hier inmiddels al sinds 8 februari mee gewerkt. Met de volledige opening van de buitenschoolse opvang per 19 april zal het Generiek Kader ook voor de buitenschoolse opvang van toepassing zijn. Eén van de voornaamste maatregelen uit het Generiek Kader is het quarantainebeleid, waarbij de nauwe contacten van een positief getest persoon in quarantaine moeten.

Het beperken van de contacten tussen groepen kinderen kan eraan bijdragen dat als er een positief getest kind of medewerker is op de locatie, niet de gehele locatie in quarantaine hoeft als gevolg van het bron- en contactonderzoek (BCO). 

Voor de volledige heropening van de BSO’s worden houders dringend geadviseerd een locatie-specifiek plan op te stellen waarin zij beschrijven welke aanvullende maatregelen worden getroffen, waarbij het Generiek Kader van het RIVM zoveel mogelijk in acht wordt genomen. De brancheorganisaties kinderopvang hebben in samenspraak met SZW een handreiking opgesteld die houders kunnen gebruiken om per BSO locatie een specifiek plan op te stellen met maatregelen om het mixen van verschillende groepen kinderen en medewerkers waar mogelijk te beperken. Door het mixen van groepen in te perken wordt de kans op besmettingen verkleind en zijn de gevolgen van quarantaines als gevolg van het bron- en contactonderzoek kleiner wanneer er toch een positieve testuitslag is.

Het advies aan ouders om thuis te werken, tenzij dit niet anders kan blijft onverminderd van kracht. Net als voor de rest van werkend Nederland.

Meer informatie

Protocol Kinderopvang