Ruim dertig procent van de Nederlanders stemde bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 op een lokale politieke partij. Van zo’n percentage kunnen landelijke partijen slechts dromen. Bovendien leveren lokale partijen in ruim driekwart van de gemeenten 1 of meer wethouders. Lokale partijen zijn samen de grootste partij van Nederland. Hoog tijd dus om hen net zo te behandelen als landelijke partijen.

Lokale partijen blijken goed in staat om samen met inwoners praktische en haalbare oplossingen te bedenken voor wat er speelt in hun gemeente. De inwoners erkennen en belonen dat met hun stem. Helaas mogen lokale partijen niet overal op erkenning rekenen. Er is elk jaar 25 miljoen euro landelijke subsidie voor politieke partijen. Daarvoor kom je als partij in aanmerking als je een zetel in de Eerste of Tweede Kamer hebt en minstens duizend leden. Aan die voorwaarden kunnen lokale partijen nooit voldoen. Alle subsidie gaat dus naar landelijke partijen.

Is dat erg? Ja. Partijen kunnen de subsidie gebruiken om een wetenschappelijk bureau of een jongerenorganisatie op te zetten. Internationale contacten aan te gaan en opleidingen te verzorgen. Lokale afdelingen van landelijke partijen kunnen bij hun landelijk partijbureau terecht voor juridische ondersteuning, verkiezingsprogramma’s en campagnemateriaal. Lokale partijen moeten dat allemaal zelf uitvinden. Terwijl zij daar nauwelijks budget voor hebben.

Dat is een gemiste kans voor de lokale partijen, maar ook voor onze democratie. Sterke politieke partijen staan aan de basis van een sterke lokale democratie. Hoe professioneler lokale partijen kunnen werken, hoe beter zij hun rol in die democratie kunnen vervullen.

Bestuurders en raadsleden van lokale partijen beslissen in hun gemeente over belangrijke zaken als jeugdzorg, woningbouw en energietransitie. Een zware verantwoordelijkheid. Daarom moeten de wetgevers in de Tweede Kamer lokale partijen toegang geven tot budget voor professionalisering, onderzoek en opleiding. Bijvoorbeeld door de subsidievoorwaarden zo te veranderen, dat er een bedrag per politieke ambtsdrager beschikbaar komt en eventueel ook per lid. Of door extra budget vrij te maken voor alle lokale politieke partijen en lokale afdelingen van landelijke partijen en dit via een subsidieregeling te verdelen.

Al jaren zegt de ene commissie na de andere dat sterke politieke partijen belangrijk zijn. Niet alleen op landelijk niveau, maar juist ook in de gemeenten, de provincies en de waterschappen, waar partijen het dichtst bij de inwoners staan.

Wij vragen de landelijke partijen: maak u sterk voor al die lokale vrijwilligers, politici en bestuurders die hard werken om hun gemeenten tot een fijne en leefbare omgeving te maken. Sta als landelijke partij voor de democratie en dus ook voor de lokale partijen. De kiezer stemt steeds vaker op een lokale partij. Geef deze partijen dan ook de erkenning en de kansen die daarbij horen.

Winnie Prins, voorzitter Kennispunt Lokale Politieke Partijen, wethouder Leefbaar Zeewolde
Jan van Zanen, voorzitter VNG, burgemeester Den Haag

Dit opiniestuk verscheen vrijdag 12 februari in het AD.