Geachte dames en heren,

Donderdag 19 november debatteert u met staatssecretaris Blokhuis over GGZ, toegang tot de Wlz voor GGZ-cliënten, personen met verward gedrag, maatschappelijke opvang en suïcidepreventie. Vanuit de VNG willen we u drie zaken onder de aandacht brengen:

  1. Zorg dat de afspraak tussen VNG en ZN over de bekostiging van de consultatiefunctie niet wordt gedwarsboomd;
  2. Gemeenten willen garanties voor voldoende beschikbaarheid van ambulante behandeling in de regio’s’;
  3. Gemeenten willen sterke randvoorwaarden om sterke ketenaanpak te organiseren.

1. Consultatiefunctie

In het hoofdlijnenakkoord (HLA) GGZ is afgesproken dat er een oplossing gevonden wordt voor de consultatiefunctie. Door daar een betaaltitel voor te regelen in de Zorgverzekeringswet (in de Wmo is deze er al) kunnen professionals met elkaar overleggen over inzet van de juiste hulpverlening, ook wanneer een cliënt nog niet in zorg zit. Cliënten worden daardoor niet meer van het kastje naar de muur gestuurd en belanden ook niet onnodig in zorg. Een cruciaal instrument dus om domeinoverstijgende samenwerking en preventie mogelijk te maken. Nadat met een aantal partijen van het hoofdlijnenakkoord ruim een jaar tevergeefs is gewerkt aan een oplossing hebben VNG en ZN afspraken gemaakt over de bekostiging door de zorgverzekeraars. Maar dan moeten zij niet worden teruggefloten door de zorgautoriteit wanneer zij deze inzet van professionals vergoeden. ZN en VNG hebben hiervoor de hulp van de staatssecretaris gevraagd, maar die hulp wordt geweigerd. Daardoor kan een van de belangrijkste afspraken uit het hoofdlijnenakkoord dus niet worden nagekomen.

2. Ambulante behandeling

Behalve het ontbreken van een betaaltitel voor consultatie en overleg maakt ook het feit dat begeleiding en behandeling onvoldoende op elkaar zijn afgestemd dat de gecoördineerde aanpak die noodzakelijk is bij ernstige GGZ problematiek mis gaat. We zien dat de Zvw inzet op ambulante GGZ nog steeds onvoldoende is. Ook het Trimbos Instituut is zeer kritisch geweest op dit punt (zie bv. https://www.trimbos.nl/actueel/nieuws/bericht/masterplan-ambulantisering-ontbreekt). Gemeenten willen betere garanties voor voldoende beschikbaarheid van ambulante behandeling in de regio’s.

3. Ketenaanpak

Doordat de verschillende stelsels niet altijd goed op elkaar aansluiten, is de organisatie van een sterke ketenaanpak – zoals bijvoorbeeld de ketenveldnorm – erg ingewikkeld. Door de strakke kaders van de Zvw wordt er al snel naar gemeenten gekeken om gaten dicht te lopen en vaak doen gemeenten dat ook. Echter nu het water hen aan de lippen staat ervaren zij daarbij toenemend ongemak. We bepleiten geen stelselwijziging, maar wel een paar stevige randvoorwaarden die het mogelijk maken om in de regio’s het juiste te kunnen doen. Voldoende middelen voor gemeenten en ruimte voor experiment voor de zorgverzekeraars zijn de belangrijkste.