Komt het gemeentelijke toezicht op de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) snel genoeg van de grond? De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) wil dat het tempo waarop toezicht wordt georganiseerd omhoog gaat. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet wel degelijk positieve ontwikkelingen in het land. Wel ziet de VNG voor zichzelf én de IGJ een belangrijke rol als aanjager van nog beter toezicht. Mark de Man, wethouder in Súdwest-Fryslân en lid van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs, licht deze visie toe.

“Grote systeemveranderingen hebben tijd nodig”, stelt De Man. “De decentralisatie van de maatschappelijke ondersteuning en het toezicht daarop ís zo’n systeemverandering. Had de ontwikkeling van het toezicht op de Wmo sneller gemogen? Zeker, maar ik vind het logisch dat de focus van gemeenten vijf jaar geleden vooral lag op het goed vormgeven van de ondersteuning zelf en minder op het toezicht. Inmiddels houden álle gemeenten actief toezicht. Juist doordat het Wmo-toezicht lokaal is, ligt het voor de hand dat het toezicht niet in heel Nederland precies op hetzelfde niveau is. Gemeenten die voorlopen in de inrichting van hun toezicht hebben daarin een voorbeeldfunctie voor andere. VNG ondersteunt alle gemeenten ook. Dit gebeurt regelmatig met hulp van de IGJ.”

Contracten en kaders

Er zijn al genoeg voorbeelden van gemeenten die erg ver zijn met de inrichting van hun Wmo-toezicht. “Je ziet dat gemeenten hierbij steeds meer kijken naar de voorkant van het proces”, vertelt De Man. “Bijvoorbeeld met stevig contractmanagement en door heldere kwaliteitseisen vast te leggen. Hiermee selecteert een gemeente aanbieders al aan de poort. Zo zetten ze in op preventie van zorgfraude en waarborgen ze de kwaliteit van zorg. De gemeente Almelo is hier ver mee. Zij heeft in haar Algemene Plaatselijke Verordening (APV) specifieke eisen opgenomen voor het bestuur en de bedrijfsvoering van aanbieders. Er zijn overigens ook gemeenten die dit niet in de APV, maar in een contract met de aanbieder vastleggen.”

Daarnaast zijn er steeds meer gemeenten met een toezichtkader, zoals in de regio Rotterdam-Rijnmond. In dat kader staat wat de aanbieders en de toezichthouder van elkaar kunnen verwachten. Het kader waarborgt de kwaliteit van de zorg én het toezicht door toetsingseisen duidelijk te maken. Daarnaast is het een praktisch middel voor zowel de toezichthouder als de aanbieder om werkzaamheden in te richten.

Meer informatie

Het hele interview staat op de website van ToeZine.