Meer spreiding, veel meer zicht krijgen op waar arbeidsmigranten wonen, huisvesting in groepen tot dertig personen. En dat allemaal alléén nog maar via een vergunning. Ziedaar de pijlers van het Heusdense beleid om de huisvesting van arbeidsmigranten beter te gaan regelen.

Niet dat de huisvesting van arbeidsmigranten nu een puinhoop is en alleen maar leidt tot overlast, haast wethouder Thom Blankers zich te zeggen. Toch knelt het hier en daar. 

Wonen bij agrariërs

Heusden schat met veel slagen om de arm dat er nu zo’n 1.100 arbeidsmigranten in de gemeente wonen, verdeeld over zo’n 280 locaties. Naar verwachting komen daar de eerste jaren nog zo’n 500 seizoenarbeiders bij. Om die allemaal een plek te kunnen geven en om te zorgen voor extra spreiding, zet Heusden ook in op huisvesting bij agrariërs. 

Die huisvesting kan zowel tijdelijk (10 tot 15 jaar) zijn, als permanent. In het laatste geval moet het wel gaan om ‘echte’ gebouwen, passend in het landschap. En dus niet om noodunits. Heusden denkt aan maximaal zo’n dertig arbeidsmigranten op één plek. De bewoners moeten bij het betreffende bedrijf of in de directe omgeving werken. De vijf-procentsnorm en de ‘twee-huizen-tussenruimtenorm’ gelden hier niet.