Omgevingsdienst NL heeft 2 handreikingen over leges en milieubelastende activiteiten (mba) onder vigeur van de Omgevingswet opgesteld. Een voor de gevallen waarin gemeenten bevoegd gezag zijn (‘niet complexe mba’) en een waarvoor de provincies bevoegd gezag zijn (‘complexe mba’).
Naar verwachting treden de Omgevingswet en de Wkb in werking op 1 januari 2023. Definitieve besluitvorming vindt in november 2022 plaats. Daarmee ontstaat voor gemeenten een probleem bij de vaststelling van de begroting en legesverordening. Daarom heeft de VNG in een handreiking de opties naast elkaar gezet.
Dit jaar is de VNG gestart met de werkplaatsen Omgevingswet & Begroting. In deze werkplaatsen is de VNG samen met gemeenten aan de slag gegaan om op basis van 9 hoofdonderwerpen, de financiële consequenties (van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) in beeld te brengen.
De meicirculaire 2022 is op 1 juni gepubliceerd. Zoals verwacht bevat deze informatie over de compensatie vanuit het rijk voor de invoeringskosten Omgevingswet (OW) en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb).
Er is een handreiking beschikbaar over de kostenvergoeding die bestuursorganen aan het bevoegd gezag in rekening (kunnen) brengen voor een besluit over instemming bij een meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning. De handreiking bevat hierover werkafspraken. Deze zijn niet bindend.
De VNG heeft een notitie opgesteld waarin de actuele stand van zaken wordt weergegeven over een aantal onderwerpen die te maken hebben met de impact van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) op de gemeentelijke financiën.
Voordat de Omgevingswet inwerking treedt, moeten gemeenten en omgevingsdiensten voorbereid zijn op de uitvoering van bodemtaken. De gemeente neemt deze taak over van de provincie. Met het uitvoeren van deze nieuwe taak zijn extra kosten gemoeid. De VNG probeert met IenW en BZK afspraken te maken over budget.