Dwang en uitbuiting voorkomen en aanpakken, en een veilige en gezonde werkomgeving creëren: dat is het hoofddoel van het Wetsvoorstel regulering sekswerk. Ondanks een aantal wijzigingen houden gemeenten hun twijfels bij het voorstel en vooral zorgen over de uitvoerbaarheid ervan.

Consulatiereactie VNG naar staatssecretaris VenJ

De VNG laat staatssecretaris Van der Burg (VenJ) de twijfels en zorgen van gemeenten weten in de consultatiereactie ‘Nota van wijzigingen Wetsvoorstel regulering sekswerk' (pdf, kB). Deze betreffen:

  • het herhaalgesprek
  • het afschaffen van de bestuurlijke boete
  • het aanpassen van de strafbaarstelling van klanten

Een herhaalgesprek is noodzakelijk

Volgens de Memorie van Toelichting zouden met een enkel gesprek de mate van zelfredzaamheid en signalen van dwang te achterhalen zijn. Gemeenten denken daar anders over en zien in een herhaalgesprek een goed middel om te komen tot een beter beeld van de individuele situatie en het herkennen van signalen van mensenhandel. De zorgen voor de uitvoerbaarheid betreffen:

  • het ontbreken van een vergoeding door het rijk
  • de onduidelijkheid rond en complexiteit van het toetsen van zelfredzaamheid
  • de vraag of gespreksverslagen wel inzichtelijk zullen zijn
  • de mogelijke handelingsverlegenheid bij ‘zachte’ signalen' van mensenhandel

In onze consultatiereactie lichten we deze punten van zorg nader toe.

Afschaffing bestuurlijke boete

Volgens de Memorie van Toelichting wordt de bestuurlijke boete geschrapt zodat sekswerkers geen belemmering voelen om bij misstanden melding of aangifte te doen (ook als er geen vergunning is verleend). Door veel gemeenten wordt dit op zich als positief ervaren, maar met het vervallen van de bestuurlijke boete hebben gemeenten geen enkel middel meer tot bestuurlijk handhaven. Dit wekt bij gemeenten sterke twijfels over een doelmatige uitvoerbaarheid van de wet.

Aanpassing strafbaarstelling klant

In de MvT staat dat de strafbaarheid van klanten wordt geschrapt als die binnen 24 uur een melding doen van misstanden. Over het algemeen vinden gemeenten dit een positieve ontwikkeling, maar twijfels bestaan over de meldingstermijn van 24 uur en hoe dit in de praktijk moet worden gecontroleerd en gehandhaafd.

Het is bijvoorbeeld nog onduidelijk wanneer een klant een misstand meldt bij de toezichthouder (in plaats van bij de politie/opsporingsambtenaar) en op welke grond de toezichthouder de melding dan mag doorgeleiden naar de politie. En het is ook nog niet duidelijk in hoeverre deze bepaling, inclusief wijziging, financiële lasten voor gemeenten met zich meebrengt.

Oproep tot Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO)

Meerdere gemeenten kaarten aan dat nog onvoldoende is uitgedacht wat het wetsvoorstel in zijn geheel (inclusief de wijzigingen) betekent op het terrein van toezicht en handhaving en welke uitvoeringsvraagstukken dit met zich meebrengt (kosten, capaciteit en middelen). Vooral met oog op de impact van de wet, de belangrijke doelstelling en de nog steeds levende zorgen omtrent de uitvoerbaarheid juicht de VNG een Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO) dan ook zeer zeker toe.

Zie ook

VNG-bericht 'Wet gemeentelijk toezicht op seksbedrijven: reactie VNG' (13 maart 2023) 

Als het Wetsvoorstel regulering sekswerk (Wrs) in werking treedt, vervalt de Wet gemeentelijk toezicht op seksbedrijven. Een deel van de gemeenten maakt zich hier zorgen over. De grondslag die de Wrs ook na de nota van wijziging biedt, zijn namelijk onvoldoende voor adequaat toezicht, handhaving en zorg gericht op de vergunde én de onvergunde branche.