Gemeenten mogen sinds 1 januari 2019 een lager ozb-tarief gebruiken voor instellingen van sociaal belang. In de praktijk is deze regeling moeilijk uit te voeren. Onderzoek was nodig. Uit het rapport dat volgt blijkt dat er nog geen volledige oplossing is voor de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken.

Gebrek aan duidelijkheid

Gemeenten maken op dit moment geen gebruik van de regeling om een lager ozb-tarief te gebruiken voor instellingen die het sociaal belang behartigen (artikel 220f lid 2 Gemeentewet). In de wet is niet beschreven welke instellingen dat precies zijn. Het is oorspronkelijk bedoeld voor instellingen als sportaccommodaties, dorpshuizen en lokale muziekverenigingen, maar in theorie kunnen dat ook ziekenhuizen en cafés zijn. Het is niet de bedoeling dat zij beroep op deze regeling doen.

Overleg

De VNG vroeg in 2018 al in een brief aan het kabinet (pdf, 185 kB) om een overleg over de reikwijdte van het amendement. De conclusie was dat een wetswijziging noodzakelijk is om dit goed te regelen. Opnieuw vond in 2021 een gesprek plaats tussen BZK, gemeenten en de VNG. Daaruit volgde dat gemeenten geen behoefte hebben aan aanvullende maatregelen. Ze zijn tevreden over instrumenten als subsidieverstrekking of ozb-vrijstelling om instellingen van sociaal belang tegemoet te komen. 

Onderzoek

In 2022 gaf de toenmalige minister van BZK opdracht tot een extern onderzoek om te bezien of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken het beste geadresseerd kunnen worden. In december 2023 verscheen het eindrapport (pdf, 440 kB). Uit het onderzoek blijkt dat geen van de onderzochte aanpassingen van/of alternatieven voor de regeling leidt tot een volledig bevredigende oplossing voor de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken. En dat gemeenten aangaven dat ze de regeling overbodig vinden, omdat ze al over voldoende instrumenten beschikken om te regelen wat artikel 220f lid 2 Gemeentewet mogelijk maakt.

Wachten op reactie Tweede Kamer

De minister van BZK laat weten in een brief aan de Tweede Kamer (22 december 2023) dat het onderwerp controversieel is verklaard, waardoor hij niet ingaat op de conclusies van het onderzoek. De Tweede Kamer is nu aan zet.