Het rapport 'Niets doen is geen optie' van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Ouderenzorg (IBO) wijst op de noodzaak om keuzes te maken met betrekking tot houdbare ouderenzorg. Minister Conny Helder (Langdurige Zorg en Sport) stuurde op 3 juli de kabinetsreactie op het rapport naar de Tweede Kamer.

Inhoud van het rapport

Het rapport benadrukt dat een houdbare ouderenzorg de inzet vergt van opeenvolgende kabinetten en brengt in kaart wat de financiële opgave zou kunnen zijn en wat dit aan ombuigingen vraagt. Minister Helder geeft namens het kabinet in de Kamerbrief een 1e reactie op de aanbevelingen en hoe ze hier verder mee aan de slag gaat.

Bevindingen niet besproken met de VNG

Het verbaast ons dat de 1e bevindingen niet met de VNG zijn besproken en ook dat gemeenten niet nadrukkelijk zijn betrokken. Als samenleving staan we gezamenlijk voor een behoorlijke uitdaging om de zorg en ondersteuning voor kwetsbare ouderen in de komende decennia te kunnen blijven organiseren én te kunnen betalen. Daarom is de VNG al langer partner in de programma's Wonen, Ondersteuning en Zorg (WOZO), het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Ook zijn we vanwege het belang van een meerjarig perspectief samen met het rijk een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de Wmo op de middellange termijn.

Als samenleving voorzien in een basis biedt rust

Naast de financiële insteek (betaalbaarheid) is voor ons de vraag relevant hoe maakbaar de samenleving is. Méér 'samen redzaam' worden, vraagt een enorme inspanning van alle inwoners van Nederland. Daarbij zal er altijd een basis moeten blijven voor de mensen die de ondersteuning en zorg niet zelf, en ook niet samen, kunnen organiseren en betalen. Als samenleving voorzien in die basis biedt ook rust. Bouwstenen daarvoor zijn door gemeenten verwoord in de propositie 'Winst van het sociaal domein' en het rapport 'Verschil durven maken'.

Houdbaarheidsonderzoek Wmo blijft voor ons leidend

De aanbevelingen die het rapport doet, kunnen ook gevolgen hebben voor wat gemeenten moeten doen en moeten financieren. Daarbij kan het natuurlijk niet zo zijn dat er taken verzwaren of dat er nieuwe taken (risicodragend) naar gemeenten gaan zonder dat daarvoor de randvoorwaarden op orde zijn. Dat gaat niet enkel over financiële middelen, maar ook over voldoende menskracht en woonvoorzieningen (voor nu en in de toekomst). We vinden het dan ook belangrijk dat gemeenten betrokken worden bij de eventuele vervolgstappen. Voor ons blijft het houdbaarheidsonderzoek Wmo en de afspraken die we daarover hebben gemaakt leidend.