Per 1 juli 2025 biedt de VNG geen format meer voor de waarschuwingsbrief. Daarmee verdwijnt deze ook uit de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR). Deze wijziging is een belangrijke stap in het verder professionaliseren van het toezicht en handhaving binnen de kinderopvang.

Handhaving starten met een aanwijzing

Het versturen van een aanwijzing is de meest passende en minst ingrijpende handhavingsmaatregel die gemeenten kunnen inzetten. In lijn met de vorig jaar ontwikkelde modelleidraad adviseert de VNG om de handhaving te starten met een aanwijzing en niet met een waarschuwingsbrief. Met een aanwijzing wordt de houder aangestuurd om de overtreding te herstellen en hersteld te houden.

Waarschuwing leidt vaak tot langere trajecten zonder rechtsbescherming

In het verleden werd een waarschuwing vaak ingezet in de vorm van een aanwijzing (dus met een hersteltermijn en gevolgd door een nader onderzoek), maar zonder rechtsbescherming voor de houder. Dit is onwenselijk en onjuist. Daarnaast heeft de VNG gezien dat handhavingstrajecten onnodig lang kunnen duren als gemeenten starten met een waarschuwing, gevolgd door een aanwijzing. 

Afwijken blijft mogelijk bij maatwerk

De VNG adviseert dan dus ook om de aanwijzing in te zetten en niet de waarschuwing. Uiteraard kunnen gemeenten van dit advies afwijken en maatwerk leveren met een waarschuwing wanneer de situatie daarom vraagt. 

Waarschuwing blijft nog wel beschikbaar als ‘actie’ in de GIR

Gemeenten die in hun gemeentelijk handhavingsbeleid expliciet kiezen voor het vooraf versturen van een waarschuwing, kunnen dit blijven doen. Hoewel de waarschuwingsbrief niet langer automatisch via de GIR gegenereerd kan worden, blijft deze nog wel als ‘actie’ beschikbaar in het systeem en kan de brief handmatig worden geüpload in de GIR. 

Meer informatie