De Nederlandse gemeenten gaven in 2022 minder geld uit dan er beschikbaar was: in totaal € 3,9 miljard, ongeveer € 229 per inwoner. Dit neemt de grote zorgen over de structurele financiële situatie van gemeenten vanaf 2026 niet weg.

Vertekend beeld door overschot jaarrekeningen

Een belangrijke oorzaak voor het overschot op de jaarrekeningen ligt in extra middelen die gemeenten van het rijk hebben gekregen, bijvoorbeeld voor het uitkeren van de energietoeslag voor 2023. Omdat dat geld pas laat in het jaar (soms zelfs pas in december) beschikbaar komt, kunnen gemeenten dat niet in het lopende jaar uitgeven en schuift dit dus door naar het volgende jaar. Onderzoek van COELO liet eerder al zien dat dit steeds vaker voorkomt en gemeenten belemmert om een goede begroting op te stellen.

Mogelijke andere oorzaken voor het overschot dat nu op de jaarrekeningen zichtbaar is, zijn een lagere groei van de uitgaven voor Wmo en Jeugd en vertraging in de uitvoering, onder andere door arbeidsmarktkrapte. Verder is de groei van het gemeentefonds in 2022 (het zogenaamde ‘accres’) historisch hoog.

Zorgen over structurele financiële situatie blijven bestaan

Het is gebruikelijk dat gemeenten behoedzaam met financiële middelen omgaan en meer overhouden dan ze ontvangen. Ze mogen namelijk niet ‘rood staan’. Ondanks dat het overschot groter is dan in 2021, neemt dit de zorgen over de structurele financiële situatie van gemeenten niet weg.

De groei van het gemeentefonds loopt in 2023 tot en met 2025 langzaam terug, en vanaf 2026 treedt een grote omslag op: de gemeenten krijgen dan zo’n € 3 miljard minder zonder dat er taken verdwijnen. De incidentele overschotten (voor het grootste deel bestemd voor specifieke doelen) veranderen daar niets aan. Niet uit te sluiten is dat de financiële situatie in 2026 zelfs zijn schaduw vooruitwerpt en gemeenten nu al terughoudend maakt om te investeringen te plannen.

Vooruitschuiven van oplossing ravijnjaar 2026 onverantwoord

Eerder al bevestigde een analyse van BDO dat gemeenten vanaf 2026 te maken krijgen met grote tekorten. Oorzaak hiervan is het eenzijdige besluit van het kabinet om per 2026 over te stappen op een nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten en provincies. Het kabinet heeft inmiddels erkend dat er sprake is  van een disbalans tussen taken en middelen vanaf 2026, maar lijkt de oplossing door te schuiven naar het volgende kabinet. Zo’n lange periode van stilstand vindt de VNG onverantwoord.

Meer informatie