Datum

Organisatie

VNG KCHN

Soort

Best practice

Een middelgrote gemeente in Nederland contracteert een zorgaanbieder voor wonen en begeleiding. Deze zorgaanbieder heeft enkele panden in de omliggende dorpen, maar niet in de gemeente zelf. Ook heeft de aanbieder enkele contracten bij andere gemeenten in de provincie en zelfs over de provinciegrens heen. De aanbieder richt zich in de begeleiding op een specifieke groep cliënten. Deze cliënten worden geronseld op stations en op plekken waar zich veel daklozen ophouden.

Vanuit de politie komen verschillende signalen binnen van overlast, geweld en drugsdelicten op en rond de locaties van de zorgaanbieder. Ook geeft een ex-medewerker aan dat de zorg verleend wordt door ongeschoold personeel en dat de medewerkers niet allemaal over een VOG beschikken. Bijna alle cliënten staan onder bewind bij hetzelfde bewindvoerderskantoor. Een andere gemeente heeft de GGD een onderzoek naar de kwaliteit laten uitvoeren, omdat ook bij die gemeente signalen van mogelijke onrechtmatige en ontoereikende zorgverlening terecht zijn gekomen. 

De eerste stap die de gemeente zet is contact leggen met Team Zorg van het VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving (VNG KCHN) om ondersteuning te vragen bij de aanpak van deze zorgfraudecasus. Ook legt de gemeente contact met het RIEC omdat ze vermoedt dat er sprake is van ondermijning.

Na het eerste gesprek tussen de gemeente en VNG KCHN komt vast te staan dat het hier gaat om een aanbieder die bij een aantal zorginstanties betrokken is geweest. Ook daar was sprake van signalen van onrechtmatigheid. Naar aanleiding van deze constatering besluit de gemeente een melding te doen bij het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ). In vervolg hierop belegt VNG KCHN een casustafel met alle betrokken partijen: gemeenten, zorgkantoren, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, RIEC en de Nederlandse Zorgautoriteit.

Gezamenlijk verrijken de partijen de informatie naar specifieke informatie die de toezichthouder rechtmatigheid Wmo van de gemeente kan gebruiken. Samen met de andere betrokken gemeenten start hij een rechtmatigheidsonderzoek. Tijdens dit onderzoek legt hij onder meer contact met de Belastingdienst, omdat ook met betrekking tot de geldstromen zaken onduidelijk zijn. Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat de financiële situatie van de zorgaanbieder niet gezond is. Dit aanknopingspunt gebruikt de gemeente om met de aanbieder in gesprek te gaan over het ZIN-contract, dat uiteindelijk wordt beëindigd.

Bij bezoeken aan de verschillende locaties van de aanbieder worden de signalen van onrechtmatigheid en de slechte kwaliteit van de zorg bevestigd. De gemeente besluit de cliënten elders onder te brengen en geen nieuwe indicaties meer af te geven bij deze aanbieder. Parallel hieraan vragen de Belastingdienst en de zorgkantoren het faillissement van de zorgaanbieder aan.

De cliënten hebben inmiddels allemaal een plek bij andere aanbieders, waar ze wel de ondersteuning krijgen die nodig is om te werken aan de zelfredzaamheid die moet leiden tot een terugkeer in de maatschappij.

Een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen in de keten staat aan de basis van de succesvolle afronding van deze casus.

Ondersteuning

Ontvangt u ook verschillende (soorten) signalen dat er bij een zorgaanbieder iets niet in de haak is? En heeft u ondersteuning nodig bij de aanpak hiervan? Neem dan contact op met onze zorgadviseur in uw regio. Zij helpen u graag verder.