Blik op Werk houdt toezicht op het inburgeringsonderwijs, waar het lijkt te wemelen van de fraude. De stichting ligt onder vuur in de Tweede Kamer en intussen is het werk ook niet ongevaarlijk, zegt directeur Lidy Schilder. ‘Af en toe heb je momenten dat je denkt: jongens, moet dit nou allemaal?’

Het waren merkwaardige voorvallen, waar ­directeur Lidy Schilder (60) van Blik op Werk ruim twee jaar geleden mee werd geconfronteerd. Per mail ontving ze een epistel gericht aan haar vijftien medewerkers, met de boodschap: jullie zijn een stel racisten. Haar mailbox stroomde vol met nieuwsbrieven waar ze zich nooit voor had aangemeld. En dan was er nog een ongevraagd abonnement voor een krant, afgesloten op haar privérekening en bezorgd op het adres van Blik op Werk.

‘We dachten: goh, als we zo makkelijk te vinden zijn, dan moeten we zorgen dat de drempels wat hoger zijn’, zegt Schilder. Het kantoor van Blik op Werk verhuisde daarom naar een nieuw adres in Utrecht. Buiten hangt geen bordje meer. Bezoekers moeten eerst langs een portier en daarna door beveiligde poortjes. Dat ze het interview liever online geeft, heeft hier trouwens niets mee te maken. Dat is vanwege corona, zegt Schilder via haar webcam, die uitkijkt op een houten kruis aan haar muur.

Keurmerk

Blik op Werk bepaalt met zijn keurmerk welke taalscholen wel en niet worden toegelaten tot de inburgeringsmarkt – een wereld waarin miljoenen te verdelen zijn. Of, zoals een Syriër met ondernemersambities het verwoordt tegenover de Volkskrant: ‘Mevrouw Lidy bepaalt of je rijk wordt of arm blijft.’

Meer informatie

Het volledige interview met Lidy Schilder is te lezen op de website van de Volkskrant.