Het algemene beeld van toezicht en handhaving in de kinderopvang in 2019 is positief, zo blijkt uit het landelijk rapport van de onderwijsinspectie, die toezicht houdt op het toezicht. Gemeenten hebben in 2019 – net als in voorgaande jaren – hun wettelijke taken over het algemeen goed uitgevoerd.

Zo houden ze het landelijk register kinderopvang (LRK) goed bij en handelen ze vrijwel alle aanvragen voor nieuwe voorzieningen tijdig af. Ook valt op dat nagenoeg alle verplichte inspecties bij kindercentra en gastouderbureaus zijn uitgevoerd.

Gemeenten en GGD'en

De inspectie constateert dat in 2019 gemeenten en GGD’en op grote schaal zijn gaan werken met de werkwijze herstelaanbod. Deze werkwijze is met ingang van 2019 landelijk ingevoerd om de houder van de kinderopvangorganisatie de ruimte te geven om tekortkomingen nog voor het afsluiten van de inspectie te (laten) herstellen. Bij meer dan de helft van de onderzoeken met tekortkomingen doen de gemeenten een herstelaanbod richting houders. En dat heeft effect, want de overgrote meerderheid van de tekortkomingen wordt hiermee nog voor het afsluiten van het inspectietraject hersteld. Wel ziet de onderwijsinspectie verschillen in de toepassing van het herstelaanbod door gemeenten. Verder onderzoek kan uitwijzen welk effect deze verschillen hebben op de naleving door houders.

Ook is te zien dat de sector kinderopvang gewend begint te raken aan de nieuwe kwaliteitseisen vanuit de Wet IKK en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. In 2019 zijn flink minder tekortkomingen op deze nieuwe voorwaarden geconstateerd dan in 2018. Bij 23-35 procent van de jaarlijkse onderzoeken worden een of meerdere tekortkomingen geconstateerd. De meeste tekortkomingen worden geconstateerd bij kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang (respectievelijk 35 en 31 procent), de minste bij voorzieningen voor gastouderopvang (23 procent).

Meer informatie

Het volledige artikel staat op de website van Pedagogiek in Praktijk.