Huisvesting van arbeidsmigranten is een bovenlokaal en soms zelfs een inter-regionaal vraagstuk. Arbeidsmigranten verblijven vaak niet in de gemeente waar ze werken. Centrumgemeenten en gemeenten met verouderde vakantieparken vangen regelmatig de regionale woonbehoeften van deze doelgroep op. Om lokaal tot meer huisvesting te komen is naast een lokale visie en beleidskader, het ook essentieel om intergemeentelijk afspraken te maken. Hiervoor is vertrouwen nodig tussen gemeenten in de regio. Hoe kan deze regionale samenwerking vorm krijgen en welke rol kan de provincie hierin spelen? Tijdens de laatste bijeenkomst van de leerkring huisvesting arbeidsmigranten bogen 25 gemeenten zich over dit vraagstuk.

Arbeidsmigranten vestigen zich vaak in andere gemeenten dan zij werkzaam zijn. Hierdoor krijgen sommige gemeenten met huisvestingsproblematiek te maken, terwijl zij er geen economisch profijt van hebben. Deze gemeenten hebben vaak geen beleid ingericht om de huisvestingsvraag van deze doelgroep op te vangen. Worden de lasten te groot, dan wordt wel ingezet op meer handhaving op leefbaarheid en ongewenst woongedrag.

Andersom, zijn er gemeenten die vooral de lusten van arbeidsmigranten ondervinden doordat zij goedkope krachten zijn voor hun lokale ondernemers. Maar vaak zijn dit ook de gemeenten die ontkennen dat huisvesting van arbeidsmigranten een probleem is. Een van de deelnemers noemt dit ‘struisvogelpolitiek’: bestuurders ontkennen de problematiek, met als gevolg dat er geen bestuurlijke wil is om huisvesting te verzorgen in de gemeenten waar de arbeiders werken. Vaak spelen deze tegengestelde belangen tussen buurgemeenten. Daarom is regionale afstemming over visie en beleid essentieel om te komen tot meer huisvesting voor arbeidsmigranten.

Meer informatie

Het hele artikel staat online op de website van Platform 31.