Vanaf 1 januari 2021 is de inschrijfplicht voor het Personenregister Kinderopvang (PRK) aangescherpt. Het komt in de praktijk steeds vaker voor dat de houder een overeenkomst sluit met een persoon die tijdens opvanguren structureel werkzaamheden verricht op een andere locatie dan de kinderopvanglocatie. Om die reden geldt de inschrijfplicht vanaf begin dit jaar ook voor deze personen, denk aan een sportmedewerker in een sporthal.

Het is in lijn met het doel van het PRK om ook in deze situatie te verlangen dat de sportmedewerker zich inschrijft in het PRK, omdat juist in dit soort situaties de kinderen kwetsbaar zijn. In de Denklijn Personenregister staat uitgelegd wat onder structureel wordt verstaan. 

Naar aanleiding van diverse vragen, wordt hier aanvullende informatie over verstrekt. Dit is afgestemd met VNG en GGD GHOR. 

De gewijzigde inschrijfplicht heeft betrekking op personen, die op een andere locatie dan de geregistreerde locatie waar de kinderen worden opgevangen, op basis van een overeenkomst met de houder (mondeling of schriftelijk geregeld) structurele activiteiten (werkzaamheden) uitvoeren. Een conciërge of portier hoeft zich dan ook niet in te schrijven in PRK, tenzij hij of zij structurele activiteiten verrichten voor de kinderopvang. Medewerkers van een bibliotheek, kinderboerderij of andere externe locatie moeten zich alleen inschrijven in PRK, als zij structurele activiteiten uitvoeren voor de kinderopvang. Zo hoeft een bibliotheekmedewerker die een boek opzoekt voor een kind van de kinderopvang zich niet in te schrijven en een bibliotheekmedewerker die op structurele basis een boek voorleest aan de kinderen van een kinderopvang wel (net zoals de voorleesmoeder die voorleest op een kinderdagverblijf, zie hiervoor ook de bijlage van de Denklijn Personenregister). De houder is en blijft overigens zelf verantwoordelijk voor het bieden van verantwoorde kinderopvang en kan altijd een VOG verlangen van personen die werkzaamheden verrichten voor de organisatie.