Gemeenten leggen de huisvesting van arbeidsmigranten steeds vaker aan banden om overlast en druk op de woningmarkt tegen te gaan. Dorpen en straten krijgen een maximumaantal woningen voor arbeidsmigranten toegekend. Maar volgens experts zijn dergelijke quota in strijd met het Europees recht, schrijft het Financieele Dagblad.

In Nederland werken nu ongeveer een half miljoen arbeidsmigranten, met name uit Polen, Roemenië en Bulgarije in kassen, slachterijen en distributiecentra. Tegelijkertijd leidt de huisvesting van arbeidsmigranten in veel gemeenten tot krapte op de woningmarkt en overlast. Bewoners klagen over een waaier aan problemen, van geluidsoverlast door feestjes tot een gebrek aan parkeerruimte.

Beleid

Om die reden stellen steeds meer gemeenten beleid op. Alleen al in Noord-Brabant heeft nu 77 procent van de gemeenten eigen regels voor arbeidsmigranten opgesteld of geactualiseerd, tegenover 19 procent in januari vorig jaar, zegt Lisa van der Velden, journalist bij het FD. 'Gemeenten stellen bijvoorbeeld quota in voor het aantal huizen dat aan arbeidsmigranten mag worden verhuurd, je ziet daar hele strenge regels ontstaan.'

Europees recht

Navraag bij juridische experts leert dat dat niet zomaar is toegestaan volgens het Europees recht, zegt Van der Velden. 'Volgens Europees recht moet je alle werknemers hetzelfde behandelen en heeft iedereen hetzelfde recht op huisvesting. Hier wordt onderscheid gemaakt voor één groep. Volgens Nederlands recht lijk je dit onderscheid uiteindelijk wél te mogen maken, dankzij een trucje dat gemeenten hebben afgekeken van studentensteden, waar een quota op opgesplitste woningen geldt.'