De 26-jarige mbo-student uit het Westland, met een strafblad van twee kantjes lang, registreerde net voor premier Rutte in maart een lockdown aankondigde een eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel: een klusbedrijf. Ruim twee weken later, daags nadat kappers noodgedwongen hun deuren moesten sluiten en de overheid de financiële regelingen bekendmaakte, wijzigde hij zijn bouwbedrijf in een kapperszaak.

Hij vulde het formulier in waarmee hij van het Rijk vierduizend euro kreeg als tegemoetkoming voor de vaste lasten die door bleven lopen, terwijl de inkomsten terugliepen als gevolg van de gedwongen sluiting vanwege de lockdown. 

Studentenrekening

Juist omdat de overheid bedrijven niet te lang in de kou wilde laten zitten, kreeg hij het geld al snel. Zonder enige controle. Die kwam er naderhand, omdat bij de Financial Intelligence Unit van de Nederlandse overheid een melding binnenkwam dat dit geld was overgemaakt op een studentenrekening. Bovendien veranderde de Westlander vrijwel meteen de hoogte van zijn opnamelimiet en nam het geld contant op. 

Toen was het gauw gedaan met de ‘kapperszaak’ van Abdelhakim O. Hij is de eerste in de Haagse regio die door de strafrechter is veroordeeld voor het oplichten van de overheid met één van de financiële regelingen die zijn getroffen om benadeelde ondernemers door de coronaepidemie te helpen.

Bij een inval bleek er in de woning geen spoor van een kapperszaak te bespeuren. Er waren geen transacties op zijn bankrekening die er op wezen dat hij haren had geknipt. Er was geen website en er waren geen advertenties om klanten te lokken. 

Straf

Een gevangenisstraf vond de rechter te veel. Hij veroordeelde hem tot een werkstraf van 180 uur en moet hij de subsidie terugbetalen.