Inhoudelijk is er eigenlijk geen probleem. Alle 13 Zeeuwse gemeenten staan achter de uitgangspunten en visie dat de meeste mensen beter af zijn met de juiste ondersteuning in een eigen omgeving, dan in een Beschermd Wonen instelling. Maar tussen droom en daad staan in Zeeland nog wat ontbrekende wetten in de weg en praktische bezwaren. 'We hebben vooral behoefte aan duidelijkheid', zegt programmacoördinator Maartje Bongers.

De duidelijkheid waar Zeeland op wacht, gaat vooral over de doordecentralisatie en wanneer de Wet Woonplaatsbeginsel ingaat. De aanhoudende onduidelijkheid hierover hindert de Zeeuwse gemeenten om goede afspraken te maken over de praktische uitvoering. En ook zonder die onduidelijkheid lijkt de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis voor de Zeeuwen al een hele uitdaging. Een provincie met 13 gemeenten, verdeeld over 5 eilanden waarin opgeteld zo’n 390.000 mensen wonen en centrumgemeente Vlissingen al jaren zucht onder een artikel-12 status. Even ter vergelijking: in een stad als Amsterdam wonen in nog geen 10 procent van de oppervlakte van Zeeland, meer dan 2 keer zoveel mensen.

Zorglandschap in beeld

Het merendeel van de Zeeuwen die ondersteuning nodig hebben woont nu in Goes, Middelburg, Hulst, Vlissingen en Terneuzen. 'In kleinere gemeenten gaat het vaak om niet meer dan enkele aanvragen per jaar', volgens regio-adviseur Josien de Reuver. 'De vraag is hoe je hiermee om gaat in de verschillende toegangen.'

Maar de gemeenten doen hun best. Sinds 2022 is de toegang tot de zorg lokaal belegd en zijn er afspraken gemaakt over gemeenschappelijke monitoring. 'Dat heeft absoluut voordelen. Individuele gemeenten voelen zich meer betrokken, je signaleert eerder trends en ontwikkelingen en je kunt zo samen meer sturing geven en aansluiten bij de locale zorginfrastructuur', zegt Maartje Bongers. 'En in deze grote regio, verbonden met bruggen en tunnels, verschillende omgevingen en aanbieders en ook nog heel verschillende culturen willen we ook het hele zorglandschap in beeld brengen. Waar zitten de voorzieningen, welke aantallen, wat is de uitstroombehoefte, welke tussenvoorzieningen missen we nog? Dat is alleen niet 1-2-3 gepiept. Daarvoor moet je ook weten welke middelen je daarvoor beschikbaar hebt.'

Artikel-12 gemeente

Waar de provincie door buitenstaanders makkelijk als één waterrijke eenheid wordt gezien, lijkt die beleving op de verschillende eilanden soms heel anders. Dat kwam recentelijk nog scherp naar buiten toen Binnenlands Bestuur meldde dat centrumgemeente Vlissingen (net als sommige andere gemeenten overigens) miljoenen op de financiering van Beschermd Wonen zou hebben overgehouden. Vanuit de gemeenteraden van Veere en Middelburg werd direct geroepen dat dat geld terug moest. Een vooral emotioneel appel, zo lijkt het, omdat dit vooralsnog juridisch niet stand lijkt te kunnen houden.

De huidige discussie over het geconstateerde overschot wordt echter ook deels gevoed door het voortdurend uitstellen van de doordecentralisatie door het Rijk. Vlissingen is nu eenmaal - tegen wil en dank - centrumgemeente èn artikel-12 gemeente. En de inspecteur heeft nog niet ingestemd met de door alle 13 Zeeuwse gemeenten vastgestelde regiovisie over de transitie van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis. Maartje Bongers: 'Vanuit financieel perspectief is de huidige situatie voor de inspecteur nog te onzeker om hier akkoord op te geven. We weten nog niet hoe het verdeelmodel er uit ziet, vanaf wanneer het woonplaatsbeginsel geldt en wat de financiële risico’s zijn voor de centrumgemeente. De inspecteur kijkt vanuit het perspectief van risicobeheersing. Dat is ook zijn taak. Maar dat maakt het wel moeilijker.'

Pas op de plaats

'Nogmaals: inhoudelijk, voor wat betreft de regiovisie zitten alle gemeenten op één lijn. Elke cliënt is een Zeeuwse client. Los van het woonplaatsbeginsel. Er zijn geen voor- en nadeelgemeenten. Maar we zitten nu wel met de grote onzekerheid en onduidelijkheid van het rijk of we nu wel of niet gaan doordecentraliseren. Enerzijds vraagt het rijk aan gemeenten een langetermijnvisie, maar op korte termijn zijn de kaders niet duidelijk.

'Als we hadden geweten waar we aan toe waren, waren we al veel verder in de beweging geweest', weet Maartje. 'Want wij geloven wel in die beweging. En we willen ook samen aan de slag met die opgave en gaan ook gewoon door. Want de mensen die deze zorg nodig hebben, mogen hier niet de dupe van zijn. Daar doen we het uiteindelijk allemaal voor.'