NB Deze pagina is niet actueel. Zie de Vragen en antwoorden op de pagina Intelligente lockdown.
Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers
-
In de brief aan de Tweede Kamer van 17 maart is aangegeven dat gemeenten de kosten van de tijdelijke regeling volledig vergoed gaan krijgen en dat er snel een voorschot van 250 miljoen euro wordt verstrekt. Inmiddels is geregeld dat, vooruitlopend op de regeling zelf, maandag aanstaande deze tranche van 250 miljoen euro aan de gemeenten wordt overgemaakt. Deze verstrekking is gebaseerd op het aantal zelfstandigen per gemeente. Uiteindelijk wordt afgerekend op de feitelijke aantallen/uitgaven.
-
Ondernemers kunnen met vragen terecht bij de gemeente waar ze staan ingeschreven.
Ook vindt u meer informatie op de website van de Rijksoverheid.
-
De Tozo ondersteunt zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers. Zelfstandigen kunnen aanvullende inkomensondersteuning ontvangen voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten en is bedoeld voor mensen waarvan het inkomen als gevolg van de coronacrisis onder het sociaal minimum komt.
De tijdelijke regeling kent geen partner- en inkomens/vermogenstoets. Ook de check op levensvatbaarheid is geen voorwaarde in de regeling. Er is een regeling ontworpen die uitvoerbaar en verantwoord is. Aanvragers vallen onder het reguliere inlichtingen regime van de Participatiewet. Dit betekent dat aanvragers zo snel als mogelijk en op eigen initiatief alle zaken melden, die redelijkerwijs van invloed zijn op het recht of op de hoogte van de overbrugging. In het geval van oneigenlijk gebruik of misbruik gelden de bestaande terugvordering- en boetebepalingen uit de Participatiewet.
-
Gemeenten krijgen nu al veel aanmeldingen en vragen over de Tozo. Er wordt naar gestreefd om uiterlijk vrijdag 27 maart de inhoud van de regeling bekend te maken. Dan kunnen gemeenten op basis daarvan aanvragen in behandeling nemen. Er is net als in de Participatiewet een voorschotmogelijkheid. Aangezien alle faciliteiten aankomende week al beschikbaar zijn, is het advies van de VNG aan gemeenten om waar mogelijk terughoudend te zijn met voorschotten om dubbel werk te voorkomen.
-
De VNG, Divosa en het ministerie van SZW, werken intensief samen om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van de Tozo. Gemeentelijke ICT-leveranciers werken ook hard mee aan het ondersteunen van de regeling in de systemen.
De toolkit van de Tozo bestaat in ieder geval uit:
- Uitgebreide instructiehandreiking voor gemeenten: biedt inzicht in de wijze waarop gemeenten de regeling kunnen uitvoeren (wat moet ik doen en hoe moet ik dat doen?). Deze handreiking is begin april beschikbaar.
- Modelaanvraagformulier, modelbrieven, modelformulieren, modelbeschikkingen. De toolkit breiden we voortdurend uit.
- Overzicht van meest gestelde vragen en antwoorden.
Houd voor instructies en de toolkit de websites van VNG en Divosa in de gaten.
Via een digitale beslisboom maken we het voor potentiele aanvragers mogelijk om voorafgaand aan de aanvraag te toetsen of zij voor de Tozo in aanmerking komen. Ook ontwikkelen wij, in overleg met de vertegenwoordigers van ondernemers, informatie over wat het betekent als een ondernemer gebruik maakt van de regeling. Met de beslisboom, die bestaat uit een aantal te doorlopen vragen, beogen we te bewerkstelligen dat aanvragen alleen worden ingediend door ondernemers die daarvoor ook in aanmerking komen.
De gemeentelijke softwareleveranciers werken met spoed aan aanpassing van hun software in verband met Tozo. De grote leveranciers ondersteunen de uitvoering van deze regeling met specifieke aanpassingen in de applicaties. De inzet is dat aanvragen (levensonderhoud en lening bedrijfskapitaal) digitaal worden ingediend en in hoge mate geautomatiseerd dan wel digitaal ondersteund worden afgehandeld. De leveranciers treden zelf in contact met gemeenten over de aanpassingen. Het streven is dat de digitale toegang komende week beschikbaar is.
Specifiek voor ondernemers is inmiddels over de Tozo de volgende informatie gedeeld:
Werk en inkomen
-
Voor zover gemeenten dit al niet doen, roepen wij hen op het volgende te doen:
- Neem als gemeente de regie om de ketenpartners ‘bij elkaar te brengen’. Bespreek met elkaar wat doorgang moet vinden. Wat heeft prioriteit? Wat is er mogelijk aan alternatieve hulpverlening? Bepaal wat voor welke doelgroepen nodig is.
- Maak afspraken over de dienstverlening, (telefonische) bereikbaarheid en de continuïteit van ondersteuning aan (kwetsbare) inwoners met financiële problemen. Maak deze afspraken met de gemeentelijke afdelingen, organisaties die de schuldhulpverlening uitvoeren en ketenpartners zoals schuldeisers, sociaal raadslieden, wijkteams et cetera. Diverse gemeenten werken met vrijwilligers in het (voor)traject. Bedenk wat voor consequenties het heeft voor het hulpverleningstraject wanneer hun inzet niet meer mogelijk is en kom met alternatieven.
- Zorg voor alternatieven om het persoonlijk fysiek contact te minimaliseren. Waar het kan, kunt u de intakes en afspraken digitaal laten plaatsvinden via Whatsapp/videobellen. Kortom, face-to-face contact, maar dan op afstand. Wees hierbij wel alert op inwoners die minder digitaal- en taalvaardig zijn.
- Zorg ervoor dat nieuwe aanmeldingen nog steeds kunnen plaatsvinden bij de gemeente of ketenpartners. Daarnaast is het opsturen van verzoeken voor Wsnp en dwangakkoorden wel mogelijk, maar de rechtbanken zijn voorlopig voor zittingen gesloten. Houd dit voor uw eigen rechtbank in de gaten.
- Zorg dat inwoners via diverse kanalen worden geïnformeerd en voorkom dat mensen een drempel ervaren om hulp in te roepen of uit beeld raken.
- Zorg dat de dienstverlening doorgaat en stel als gemeente met ketenpartners prioriteiten. Te denken valt aan:
- Uitbetalingen van leefgeld gaan te allen tijde door. Wees flexibel en kijk wat nu het beste is voor de inwoner.
- De (door)betalingen (vaste lasten) die gemeenten namens de burger doen, gaan door.
- Blijf bereikbaar en communiceer op welke manier de inwoner zijn of haar vraag het beste kan stellen.
- Overleg met elkaar bij een crisis/noodsituatie om gezamenlijk te komen tot een passende oplossing in deze periode. Voorkom huisuitzettingen en afsluitingen vanwege financiële problemen door te overleggen met partijen als woningcorporaties en energieleveranciers.
Wmo, participatie en jeugd
-
Vanwege de uitbraak van het coronavirus zet het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, in overleg met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en betrokken partijen, de gehoorscreening bij pasgeborenen tijdelijk stop. Dit is ingegaan per 24 maart.
De reden voor deze tijdelijke stop is het beperken van de kans op verspreiding van het coronavirus. Daarnaast is de vervolgzorg en behandeling na de gehoorscreening op dit moment niet geborgd. Wanneer de gehoorscreening weer start hangt af van de ontwikkelingen rond het coronavirus.
De hielprik voor pasgeborenen blijft wel doorgaan.
-
De impact op lopende aanbestedingen en subsidieverstrekkingen wordt steeds duidelijker. Zeker als de deadline voor inschrijvingen of subsidieaanvragen nadert, of in de vermoedelijke crisisperiode valt. Aanbieders zijn nu onvoldoende in staat om capaciteit vrij te maken om op de juiste wijze en tijdig een inschrijving of aanbesteding te doen. Voor Open House inkoopsystemen is dit mogelijk minder problematisch, omdat gemeenten hier kunnen kiezen de toelatingsprocedure makkelijker in te richten of later nog aanmeldingen te accepteren.
- Het is wenselijk om inschrijf- en aanvraagtermijnen met bijvoorbeeld 3 maanden te verlengen om aanbieders meer tijd te geven. Houd er rekening mee dat na deze fase veel capaciteit nodig zal zijn om de reguliere zorg en ondersteuning weer op te starten.
- Uitstel van de inschrijftermijn kan ertoe leiden dat gemeenten en aanbieders de implementatiedatum (van bijvoorbeeld 1 januari 2021) wellicht niet halen.
Gemeenten kunnen onder deze bijzondere omstandigheden en gezien de urgentie, conform artikel 2.32 lid 1 sub c Aanbestedingswet 2012, direct gunnen voor een gelimiteerde periode (van bijvoorbeeld 3, 6 of 12 maanden). In het geval van subsidies kunnen gemeenten kiezen voor een incidentele subsidie (artikel 4:23 lid 3, sub c Algemene wet bestuursrecht).
-
Deze onderzoeken worden uitgevoerd, zodat de resultaten uiterlijk 1 juli kunnen worden aangeleverd. Gemeenten krijgen op korte termijn (zodra de procedure voor de aanlevering van de resultaten CEO bekend is) een brief van VWS over de aanleverprocedure en aanlevermogelijkheden in 2020. Daarnaast:
Gemeenten die al een CEO over 2019 hebben uitgevoerd of daar nog mee bezig zijn, maar voor wie de aanlevering van de resultaten uiterlijk 1 juli niet haalbaar is, zullen in ieder geval de gelegenheid krijgen om ook nog nadien aan te leveren.
Voor gemeenten die nog geen CEO over 2019 hebben uitgevoerd en die daar door de coronacrisis (voorlopig) niet aan toe komen zal een flexibel beleid worden gehanteerd:
- indien het CEO over 2019 alsnog later dit jaar kan worden uitgevoerd zal er een mogelijkheid zijn om de resultaten t.z.t. aan te leveren (zie ook hierboven: aanlevering ook na 1 juli 2020 mogelijk)
- indien het in het geheel niet mogelijk is om een CEO over 2019 uit te voeren dan graag een bericht (ter kennisgeving) aan VWS
-
Voor vragen over mantelzorg kunt u terecht op mantelzorg.nl.
-
Met vragen over het PGB verwijzen wij naar de antwoorden die de SVB in afstemming met ZN, de VNG en VWS heeft geformuleerd. Voorbeelden van vragen zijn:
- Hoe omgaan met het wegvallen van ondersteuning en (jeugd)zorg in geval van een persoonsgebonden budget?
- Hoe omgaan met de betaling van weggevallen ondersteuning?
-
Voor zover gemeenten dit niet al doen, roepen wij hen op het volgende te doen:
Maak afspraken met lokale zorgaanbieders (voor de verschillende doelgroepen, zowel vanuit ZIN als PGB), het sociaal werk, de toegangsmedewerkers, de wijkteams en cliëntondersteuners et cetera over de continuïteit in de ondersteuning aan de kwetsbare inwoners (jong en oud) en hun mantelzorgers en breng in kaart welke alternatieven er voorhanden en mogelijk zijn.
Bedenk met elkaar wat er voor cliënten geregeld moet worden voor bijvoorbeeld dagbesteding, ontmoetings- en wijkcentra, scholen voor speciaal onderwijs die tijdelijk sluiten en mensen die noodgedwongen thuis zitten en mantelzorgers die zwaarder belast worden.Hoe kunt u hierbij te werk gaan:
- Maak een risico-inventarisatie waarbij u een inschatting maakt van de inwoners (en hun mantelzorgers) die waarschijnlijk extra aandacht nodig hebben en hoe u de ondersteuning kunt inzetten.
- Neem de regie als gemeente om partijen ‘bij elkaar te brengen’. Bespreek met elkaar wat doorgang moet vinden. Wat kan er open blijven en welke maatregelen zijn hierbij nodig? Wat is er mogelijk aan alternatieve ondersteuning of hulp? Bepaal wat bij wie/welke doelgroepen nodig is. Bedenk dat mantelzorgers meer belast gaan worden nu voorzieningen sluiten en/of moeilijker bereikbaar zijn.
- Spreek als gemeente de lokale aanbieders aan op het organiseren van een alternatief aanbod voor als hun voorzieningen sluiten: Wat komt er in de plaats van de nu gesloten voorzieningen? Help mensen (waar nodig) ook in het zoeken naar naasten in hun omgeving die ook hulp en ondersteuning zouden willen en kunnen geven. Het kan gaan om schrijnende situaties bij inwoners die in een wankel evenwicht nog alleen of samen thuis wonen.
- Voorkom, met de lokale partners, dat mensen uit beeld raken en voorkom dat mantelzorgers nu overbelast raken en uitvallen. Hoe langer de maatregelen van kracht zijn, hoe groter de kans hierop. Het gaat niet alleen om mantelzorgers voor ouderen en dementerenden, maar ook om bijvoorbeeld kinderen met een beperking en mensen met een licht verstandelijke beperking die nu ook allemaal thuisblijven.