De Raad van State deed 30 december 2009 een uitspraak over het bekostigen van een nieuw te bouwen school voor voortgezet onderwijs in de gemeente Wierden. Onderstaand gaan wij in op de achtergronden van deze uitspraak en de gevolgen van deze uitspraak voorgemeenten.

Deze uitspraak maakt een einde aan een proces van zes jaar tussen de gemeente Wierden en het bestuur van een school voor voortgezet onderwijs. In deze procedure heeft de Raad van State in 2006 uitgesproken dat de minister bij het beoordelen van een aanvraag voor het opnemen van een school voor voortgezet onderwijs op het Plan van Scholen geen rekening kan houden met de financiƫle gevolgen van dit besluit voor de gemeente.

In een vervolguitspraak heeft de Raad van State uitgesproken dat de gemeenten het bekostigingsplafond op nul kunnen vaststellen. Dit geldt ook wanneer de gemeente een aanvraag voor het bekostigen van nieuwbouw van een school voor voortgezet onderwijs die is opgenomen op het Plan van Scholen heeft ontvangen.

Uitspraak 30 december
In de uitspraak van 30 december 2009 stelt de Raad van State het volgende vast. Een gemeente kan het bekostigingsplafond gedurende maximaal vijf jaar op nul vaststellen. In het zesde jaar is de gemeente echter wettelijk verplicht om zorg te dragen voor het bekostigen van een voorziening huisvesting onderwijs. Op grond van de wet is deze uitgaaf op dat moment een verplichte uitgaaf waarmee de gemeenteraad bij het vaststellen van de gemeentebegroting rekening moet houden.

Deze uitspraak geldt niet voor het bekostigen van de voorzieningen huisvesting onderwijs van de scholen in het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, omdat voor het stichten van deze scholen een andere procedure geldt.

Meer informatie

Voor de achtergrond van deze uitspraak zie het bericht