De VNG hanteert de volgende uitgangspunten bij het opstellen van modelverordeningen:

1. Een eenduidige juridische systematiek, d.w.z. uniformiteit in opmaak en stijl, eenduidige begrippen en onderlinge inhoudelijke samenhang.

2. Alle modellen worden in beginsel altijd opgesteld in lijn met de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever, daar wordt ook op getoetst. Hierbij besteden we aandacht aan:

  • Eenvoud, helderheid en toegankelijkheid.
  • Rechtmatigheid: in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, overig toepasselijk ‘hoger recht’ en de algemene rechtsbeginselen zoals het gelijkheidsbeginsel.
  • Effectief regelgevingsbeleid: noodzakelijkheid en wenselijkheid, handhaafbaarheid en naleefbaarheid, doeltreffendheid en doelmatigheid en (ongewenste) neveneffecten.
  • Deregulering en administratieve lasten: schrappen van overbodige regels, samenvoegen van regels, algemene regels in plaats van vergunningstelsels, etc.

3. Een erg belangrijk uitgangspunt is dat de modellen voldoende recht moeten doen aan de autonome status van individuele gemeenten. Dat wil zeggen dat - waar bevorderlijk voor de keuzevrijheid van gemeenten - meerdere opties/keuzemogelijkheden binnen een model worden gecreëerd. (Door middel van varianten, facultatieve bepalingen en invulbepalingen.)

4. Toelichtingen kunnen fungeren als modeltoelichting. Verdere uitleg en informatie (context, toelichting bij de te maken keuzes, etc.) krijgen een plek in de (begeleidende) VNG ledenbrief en de daarbij behorende bijlagen (was-wordt-tabel, model raadsbesluit wijziging en evt. implementatiehandleiding).

Waar kunt u de meest recente modelverordeningen aanvragen?

De modellen van de VNG (waaronder de modelverordeningen) worden in de Kennisbank Decentrale Regelgeving (KDER) en de Modellen Decentrale Regelgeving (MDR) opgenomen en beheerd. Beide producten vullen elkaar aan: KDER biedt u achtergrondinformatie bij het opstellen van verordeningen, via MDR kunt u uw eigen verordeningen genereren.