Staat u als gemeente voor goede zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren vanuit de Jeugdwet? Dan is rechtmatigheidstoezicht een no-brainer. Net als voor de gemeente Zeist. 

Theo en Arthur

We spraken met toezichthouders Wmo en Jeugdwet Theo Kamphuis (op de foto links) en Arthur van Opzeeland (rechts) van de gemeente hoe zij het rechtmatigheidstoezicht in Zeist hebben vormgegeven.

Pragmatische aanpak

‘Al in mijn tijd als toezichthouder Wmo zag ik signalen die duidden op misstanden binnen de Jeugdwet’, begint Kamphuis. ‘Arthur en ik kregen het vertrouwen van de gemeente om die signalen op te pakken en vooral ook om door te pakken. Omdat er vanuit de Jeugdwet geen verplichting is om een toezichthouder rechtmatigheid aan te stellen, is deze bevoegdheid in onze verordening opgenomen.’

Van Opzeeland vertelt dat ze samen een ruime fte hadden (12 en 28 uur) om rechtmatigheidstoezicht op de Wmo en Jeugdwet op de kaart te zetten. ‘We hebben daarom gekozen voor een pragmatische aanpak. Rechtmatigheidsonderzoeken zijn vaak zeer tijdrovend. Helemaal binnen de Jeugdwet met zijn ‘getrapte’ bevoegdheden van formele controle, materiële controle, detailcontrole en fraudeonderzoek. Wij hebben ervaren dat een gesprek met een zorgaanbieder, personeel van de zorgaanbieder, een vertegenwoordiger of de ouders in veel gevallen al ‘het nodige’ oplevert. Dat past vaak ook goed bij de verplichte beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.’

Een goed gesprek

In een casus bestond grote twijfel over de hoogte, omvang en besteding van een pgb voor een gezin met zeer kwetsbare kinderen. Van Opzeeland: ‘Het budget bedroeg bijna 150.000 euro per jaar. We nodigden de ouders – de budgethouder – uit voor tekst en uitleg met bewijsstukken. Er bleek geen sluitende en controleerbare administratie te zijn.’

Zo bespaarden we in twee gesprekken een bedrag van 60.000 euro

Tijdens een tweede gesprek vertelden ze de ouders dat ze niet zouden terugvorderen. ‘Het ging om kwetsbare kinderen en de gemeente had zelf ook niet alles goed vastgelegd. De vader had zelf inmiddels een nieuwe berekening gemaakt. Ze zouden met een aanzienlijk lager pgb ook uitkomen. Zo bespaarden we in twee gesprekken een bedrag van 60.000 euro. En de ouders gingen tevreden de deur uit met een nieuwe, meer gedetailleerde beschikking.’

Grote casus brengt zaken in een stroomversnelling

Een casus met grote gevolgen verbreedde het draagvlak voor rechtmatigheidstoezicht nog verder. ‘Bij een grote, gecontracteerde zorgaanbieder was sprake van een opeenstapeling van (fraude)signalen’, zegt Kamphuis. ‘Die kwamen onder meer van consulenten, (oud-)cliënten en (oud-)medewerkers. Ook hier kozen we voor een pragmatische aanpak.’

Van Opzeeland: ‘Bij deze aanbieder zaten cliënten vanuit de Jeugdwet en de Wmo. We besloten de zaak vanuit de Wmo aan te vliegen, omdat je daar sneller bevoegd bent tot het doen van een rechtmatigheidsonderzoek. En in de contracten stond dat een cliëntenstop of opzegging van een contract vanuit de Wmo automatisch geldt voor jeugdwetcontracten en vice versa. In deze zaak bleken oud-medewerkers zo specifiek in hun verklaringen, dat we ook voor cliënten vanuit de Jeugdwet flink konden doorpakken.’

Verbinding en draagvlak

Kamphuis vertelt dat een evaluatie van het Wmo-toezicht er in 2019 toe heeft geleid dat er een werkgroep en een stuurgroep fraude zijn ingesteld. ‘Ik heb te maken met financiën, beleid, administratie en toegang. De werkgroep is bedoeld om snel en effectief al die verbindingen op de werkvloer te kunnen leggen. Vanuit de stuurgroep geeft men meer de kaders aan en onderhoudt men het contact met het college van B en W en de raad.’ 

Een ernstig incident leidde voor bovengenoemde casus tot de hoogste prioriteit. Van Opzeeland zag hoe de stuurgroep de noodzakelijke procesbesluiten nam waardoor de gemeente, ook op bestuurlijk niveau, kon doorpakken. Dit leidde tot een cliëntenstop, een betaalstop en contractontbinding. Cliënten moesten elders worden ondergebracht. ‘Dat had nog heel wat voeten in de aarde’, vertelt Kamphuis, ‘maar het is gelukt. Uiteindelijk heeft de gemeente een groot wooncomplex voor cliënten van deze aanbieder zelf aangekocht. Een hele forse, maar mooie stap. En de aanbieder? Die is tijdens het onderzoek failliet verklaard.’

Een hulpverlener doet wat nodig is. Een onderzoeker vraagt zich af of het wel nodig is wat we doen.

Sleutelrol voor de toegangspoort

In de praktijk ziet Kamphuis ook hoe belangrijk de rol van de toegang is. ‘Zowel voor de signalen als voor de preventie. Denk bij die laatste aan het SMART-formuleren van doelen en resultaten en het gebruik van ‘het stappenplan van de CRvB’. In de betreffende uitspraak bepaalt de CRvB hoe een zorgvuldig onderzoek naar een aanvraag van jeugdhulp door gemeenten eruit moet zien. Wanneer moet je medisch advies inschakelen, welke vragen moet je stellen, waar moet je op letten en is het doorlopen proces wel zorgvuldig genoeg?’

Om te zorgen dat consulenten die regiefunctie nog beter pakken, geeft Kamphuis presentaties en behandelt hij casuïstiek. ‘Consulenten zijn vaak hulpverlener. En een hulpverlener doet wat nodig is. Een onderzoeker vraagt zich af of het wel nodig is wat we doen. Die twee rollen – verankerd in de functie van consulent -met elkaar in balans houden of brengen vraagt continu aandacht.’ 

Leren en implementeren

Ook breder zet Kamphuis zich in voor verdere verbetering van het toezicht. ‘Daarom hebben we de casus ook geëvalueerd. En veel zaken gingen goed. Zo heeft de stuurgroep fraude slagvaardig en resultaatgericht gehandeld, hebben we cliënten elders ondergebracht en was de onderlinge samenwerking goed, ook in de regio. Verder zijn college en raad goed aangehaakt en hebben we een pand aangekocht. 

Maar er moeten ook zaken beter. Feitelijke informatie wordt niet voldoende benut. Ze ligt bijvoorbeeld te versnipperd over verschillende afdelingen. Combineer je dit sneller, dan heb je eerder in de smiezen dat er structureel iets niet in de haak is. Ook worden cliënten niet vaak voldoende betrokken bij probleem en oplossing. Verder stuurt de gemeente te weinig op concrete doelen en gewenste effecten (SMART). Ten slotte kan de gemeente de eigen regierol beter benutten.’

Rechtmatigheidstoezicht (nog verder) op de kaart

In Zeist staat het toezicht op de rechtmatigheid binnen de Jeugdwet inmiddels stevig op de kaart. Van Opzeeland: ‘Het heeft geleid tot een breed gedragen gevoel dat we moeten staan voor onze kwetsbare burgers. Het toezicht wordt uitgebreid tot 1,4 fte. Daarnaast zijn er ideeën om de noodzakelijke regionale samenwerking tussen toezichthouders structureel vorm te geven.’

‘Aan andere gemeenten zou ik willen meegeven dat het tijd is om rechtmatigheidstoezicht op de Jeugdwet nu echt op te pakken en ook door te pakken’, besluit Kamphuis. ‘Het gaat om kwetsbare inwoners en als gemeente hebben we een zorgplicht. Dat zie je ook steeds meer terug in rechterlijke uitspraken. Goed rechtmatigheidstoezicht kan daar een grote bijdrage aan leveren! Helpen waar nodig en hard optreden waar het moet.’

Zelf aan de slag met rechtmatigheidstoezicht Jeugdwet?

In samenwerking met een aantal gemeenten ontwikkelde de VNG het 'Starterspakket toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet'. Een compact document met daarin de wettelijke kaders, taken, bevoegdheden en het eerdergenoemde stappenplan van de CRvB. 

Meer informatie