Kernvraag spoor 3

Wat zijn noodzakelijke randvoorwaarden in de organisatie voor de transitie vanuit de beoogde cultuuromslag naar maatwerk, vertrouwen en eenvoud? Dat is de kernvraag van spoor 3. Het gaat om organisatieverandering, voldoende aandacht, tijd en ruimte om te leren. Het aanwakkeren van verandering (‘uit de groef’), urgentie, een gezamenlijke focus en breed eigenaarschap bij alle betrokkenen. De transformatie in de organisatie vraagt een gezamenlijke aanpak met en tussen alle lagen in de organisatie.

Naast de lerende praktijken in de organisatie moeten we ook innovaties verkennen. De krapte op de arbeidsmarkt vraagt in combinatie met goede dienstverlening (en een passende caseload in de uitvoering) om nieuwe oplossingsrichtingen. Bijvoorbeeld in de bemensing (schaarste aan personeel), functie-eisen, inzet van ervaringsdeskundigen, verhouding standaard/maatwerk of digitale dienstverlening.

Om dit onderdeel van spoor 3 vorm te geven zijn er diverse sessies geweest met bestuurders, leidinggevenden, uitvoerend professionals en ervaringsdeskundigen. Uit deze sessies is de leeragenda ontstaan. Deze agenda is een gezamenlijke inspanning van gemeenten, SAM, Divosa, de Landelijke Cliëntenraad en EAPN.

Op 25 april 2024 overhandigde voormalig voorzitter van de commissie PSI, Peter Heijkoop de leeragenda aan Marieke van Wallenburg, secretaris-generaal van het ministerie van SZW tijdens een bijeenkomst op het VNG-kantoor.

Uitvoering Leeragenda

Er zijn 5 gemeenten die een thema adopteren en/of ambassadeur zijn. Deze gemeenten zullen, met ondersteuning vanuit de VNG Academie, een thema uitwerken en er handelingsperspectieven voor ontwikkelen. De VNG deelt deze perspectieven, zodat andere gemeenten er ook profijt van hebben. 

De thema’s zijn:

• Domeinoverstijgend werken
• Inclusief werken
• Alledaags maatwerk en kwaliteit
• Financiën en verantwoording
• Sturen op vakmanschap

De geleerde lessen worden meegenomen in het traject van spoor 1 en 2.  Er is nauwe verbinding met de werkgroepen die zich bezighouden met de fundamentele herziening van de participatiewet. Het belang van de inzet van ervaringsdeskundigen en het inwonersperspectief krijgt ook een plek.

Bestuurlijke Faculty

Binnen het programma is een bestuurlijke ‘Faculty’ opgericht. Deze bestaat uit bestuurders, directeuren, partners binnen het programma Participatiewet en de directeur Participatie en Decentrale voorzieningen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Faculty richt zich op bestuurlijke leervragen en agendeert onderwerpen die niet door gemeentelijke werkgroepen worden opgepakt. Ook vervult de Faculty een ambassadeursrol, waarbij ook enkele bestuurders van de commissie PSI aan deelnemen.

De Faculty zal maximaal 5 keer in een jaar bij elkaar komen, een bijeenkomst duurt 2 uur en is onder begeleiding van Albert Jan Kruiter. In de Faculty wordt van en met elkaar geleerd.

Informatie

Wilt u als gemeente aansluiten bij een van de themagemeenten of als bestuurder aansluiten bij de bestuurlijke Faculty, stuur dan een mail naar info@vng.nl